Verzet aangetekend tegen ongeveer vijfde van coronaboetes
Een op de vijf mensen die een coronaboete hebben gekregen, gaat in verzet. Dat blijkt uit cijfers van het Openbaar Ministerie. Van de 15.530 strafbeschikkingen die zijn uitgevaardigd, is er inmiddels tegen 3014 verzet aangetekend.
Het OM heeft het aantal verzetszaken bekendgemaakt samen met de andere cijfers over coronagerelateerde zaken die sinds het begin van de coronacrisis in behandeling zijn genomen. Er waren 22.820 overtredingen, die dus in 15.530 gevallen tot een strafbeschikking hebben geleid. Op de vorige peildatum, in mei, waren er nog 7400 strafbeschikkingen uitgevaardigd.
Mensen die een strafbeschikking krijgen, worden in principe zonder tussenkomst van de rechter veroordeeld en krijgen een boete en een aantekening in hun strafblad. Als ze verzet aantekenen, wordt de beschikking opnieuw beoordeeld en kan die worden ingetrokken door het OM.
Gebeurt dat laatste niet, dan wordt de zaak alsnog aan een rechter voorgelegd en dan wordt de bestrafte opgeroepen om op een zitting te verschijnen. Dat is op dit moment nog niet één keer gebeurd. Het OM schrijft daarover in gesprek te zijn met de rechtspraak en zijn "uiterste best" doet om voor 1 september een deel van de verzetszaken bij de rechter te hebben.
Bijna 300 misdrijfzaken, vooral bedreigingen
Van de processen-verbaal met overtredingen die bij het OM zijn binnengekomen, is gemiddeld 44 procent teruggestuurd om verder aangevuld te worden. In mei werd bekend dat ongeveer de helft van de uitgeschreven coronaboetes incompleet was, maar dat dat percentage slonk.
Het OM meldt verder dat sinds het begin van de crisis tot de peildatum 28 juni in totaal 294 misdrijfzaken zijn binnengekomen die te maken hebben met het virus. In mei waren dat er 207. Het gaat bijvoorbeeld om mensen die hoesten of spugen naar agenten of andere mensen met een publieke taak en zeggen dat ze besmet zijn.
In de meeste gevallen gaat het om bedreigingen (161 gevallen) en bij dertig zaken was er ook sprake van geweld. Vooral politieagenten waren het slachtoffer. Dat was zo in 94 gevallen. Bij 55 zaken waren andere beroepsbeoefenaren, zoals boa's of ziekenhuismedewerkers, het doelwit. Er zijn negen zaken waarin openbaarvervoerpersoneel het slachtoffer was.
220 mensen voor rechter
In de misdrijfzaken zijn 220 verdachten gedagvaard. Dat betekent dat ze voor de rechter moeten verschijnen of reeds zijn verschenen. Elf mensen hebben een boete of een taakstraf opgelegd gekregen en in één zaak is een transactie aangeboden. Van de zaken zijn er 34 geseponeerd, meestal vanwege een gebrek aan bewijs. In de resterende 28 zaken moet het OM nog een beslissing nemen.