Risicomodellen bevingen vertragen versterking Groningse huizen
Risicomodellen, die worden gebruikt voor de berekening van de risico's van aardbevingen, zorgen voor hoge kosten en veel bureaucratie. Ze belemmeren en vertragen de versterking van huizen in het Groningse aardbevingsgebied. Dat concludeert de Rijksuniversiteit Groningen na gesprekken met betrokkenen van de versterkingsoperatie in het gebied.
Bovendien zijn de uitkomsten van de risicoberekeningen weinig consistent, constateren de onderzoekers.
Torenhoge voorbereidingskosten
De risicobeoordelingen zijn zo ingewikkeld geworden, dat ze tussen de 10.000 en 100.000 euro per woning kosten. De werkelijke kosten zijn nog veel hoger, schrijven de onderzoekers in een evaluatie.
"Het hele proces vergt bovendien zoveel van ambtenaren en van bestuurders dat het geld dat aan de werkelijke versterking van huizen wordt uitgegeven in geen enkele verhouding meer staat tot de kosten van alleen al de voorbereiding van die versterking", stellen ze. "En dat is wellicht ook de reden dat niemand al die kosten bij elkaar durft op te tellen."
Enorme vertraging
De bureaucratie rond de risicoberekeningen en beoordelingen vertraagt de versterking van huizen enorm, aldus de commissie. "De versterking van de woningen en al die andere panden in het Groningse aardbevingsgebied wil maar niet op gang komen. Elk jaar wordt een mooie planning gemaakt en recentelijk is weer gekozen voor een versnellingsaanpak, maar van versnelling is nog steeds geen sprake. Tot en met het eerste kwartaal van 2020 zijn 1025 woningen versterkt. In de eerste drie maanden van 2020 waren dat er elf."
De Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) maakt periodiek een risicoberekening, een zogenaamde Hazard and Risk Assessment. Daaruit blijkt hoeveel woningen een verhoogd veiligheidsrisico vormen. Maar duidelijkheid geeft de berekening allerminst. Het is een modelberekening die geen rekening houdt met de werkelijke toestand van de huizen, schrijven de Groningse onderzoekers.
"Het is logisch dat de veiligheid toeneemt als de gaskraan steeds verder wordt dichtgedraaid. Maar het is niet logisch dat veel panden het ene jaar wel en het andere jaar niet als onveilig worden aangemerkt. Deelnemers gaven ook voorbeelden van bewoners die al jaren in een gestut pand wonen en op basis van het HRA-model geen verhoogd risico lopen."
Beoordelingen lopen ver uiteen
Bovendien blijkt dat die beoordelingen grote variaties kennen. "Er wordt zelfs gesproken over een verschil van een factor 2 tot een factor 10. Zeg maar: in het ergste geval adviseert de ene ingenieur om 10 keer zoveel te vertimmeren als de andere", stellen de onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen.
De provincie en het Rijk ruziën over het aantal huizen dat verstevigd moet worden. In totaal staan er 26.000 huizen op de lijst voor inspectie. Maar uit de voorlaatste risicoanalyse bleek dat circa 5500 adressen een (licht) verhoogd risico liepen. En uit de laatste analyse, waarin rekening werd gehouden met het stoppen van de aardgasproductie in 2023, bleek dat slechts enkele honderden panden (vooral boerenschuren) een (licht) verhoogd risico lopen. Het kabinet wil niet dat huizen worden versterkt op basis van verouderde risicoanalyses.
De Kamer is geschrokken van de conclusies van de Groningse onderzoekers. Vernietigend, noemt Sandra Beckerman (SP) het: "Het is vooral pijnlijk dat dit niets nieuws voor Groningers is. Het kabinet heeft meer schade aangericht dan de bevingen zelf." Volgens Henk Nijboer (PvdA) is nu opgeschreven wat Groningers al weten: "Geld wordt gewoon weggegooid. Terwijl er in Groningen mensen kapot gaan aan procedures en ellende. De analyse in het onderzoek is treffend en diep triest." Agnes Mulder (CDA) noemt het onthutsend: "Maar helaas is het een beeld dat we al kennen. De minister moet daarom voor een andere aanpak kiezen en moet de inwoners op nummer één zetten."