Amsterdam zet positieve discriminatie in voor diverser bestuur
Te weinig ambtenaren met een niet-westerse migratieachtergrond bezetten managementfuncties in Amsterdam, schrijft wethouder Touria Meliani (GroenLinks) aan de Amsterdamse gemeenteraad.
Meliani vindt dat minimaal 30 procent van de ambtenaren op directieniveau en hoger een niet-westerse achtergrond moet hebben. Dat is ongeveer twee keer zoveel als nu. Van de huidige 58 directeuren hebben er twee een niet-westerse migratieachtergrond. "En dat vind ik veel te weinig", schrijft de wethouder.
Ook is het aandeel medewerkers onder de 35 jaar met een niet-westerse migratieachtergrond volgens haar te laag.
Mensen nemen nu eenmaal sneller iemand aan die op hen lijkt, dat wil ik doorbreken.
Om de diversiteit van het medewerkersbestand te vergroten, kiest ze voor een zogenoemd voorkeursbeleid. Dat moet gaan gelden bij sollicitanten van gelijke geschiktheid. Voor functies buiten de toplaag wil Meliani meer diversiteit bereiken door het vaststellen van streefcijfers. "Mensen nemen nu eenmaal sneller iemand aan die op hen lijkt, dat wil ik doorbreken", schrijft ze.
Beter contact met Amsterdammers
Volgens de wethouder zal een inclusieve en diverse organisatie leiden tot beter beleid, beter contact met de Amsterdammers en tot meer gelijke kansen voor doorstroming voor een grotere groep medewerkers.
Het Parool merkt op dat in Amsterdam twintig jaar geleden ook al positief werd gediscrimineerd, maar dat het stadsbestuur daar in 1997 mee stopte, omdat het voorkeursbeleid geen effect had.
De wethouder tekent bij de plannen aan dat het opbouwen van een representatief personeelsbestand niet eindigt bij de werving van medewerkers, maar ook moet doorgaan als de mensen eenmaal zijn aangenomen.