NOS Nieuws

Huurstrijd in de rechtszaal: wie betaalt de lasten van de horecasluiting?

  • Gidi Pols

    redacteur Economie

  • Gidi Pols

    redacteur Economie

Er woedt een huurstrijd in de rechtszaal. Centraal staat wie de lasten van de maandenlange horecasluiting moet dragen. Aan de ene kant pleiten de advocaten van restauranthouders en caféuitbaters voor kortingen vanwege de coronacrisis. Aan de andere kant houden de advocaten van hun huurbazen voet bij stuk en de huren op peil.

Afgelopen maand zijn door heel het land spoedprocedures gevoerd, maar tot een duidelijke lijn zijn de voorzieningsrechters nog niet gekomen. Wie er aan het langste eind gaat trekken, lijkt dan ook nog allerminst duidelijk.

Huurgenot

In Zwolle oordeelde de rechter dat een café-restaurant de huur gewoon moet betalen. In Amsterdam hoorde een steakhouse op de Wallen dat de huur tot oktober met 25 procent omlaag gaat. En brouwerij AB InBev regelde voor een bruin café bij de rechtbank in Assen een huurverlaging van een derde. Voor een café-restaurant in Venlo kreeg de brouwerij hetzelfde voor elkaar.

Het draait allemaal om het 'genot' dat de huurder van het pand heeft. Doordat de overheid op 15 maart de horeca op slot deed viel de omzet in veel gevallen helemaal weg. Een ondernemersrisico voor de horecaondernemer, zeggen de verhuurders. Daar heb je buffers voor. Nee, zeggen de huurders, de verhuurders verhuren een onbruikbaar pand. Zoals een lekkage van het dak een gebrek is dat niet de schuld is van de huurder, zo is het coronavirus dat ook. En dus zou het risico ten minste gedeeld moeten worden met de verhuurder.

"Wij huren 700 panden in Nederland. Die verhuren we weer door aan horecazaken", zegt een woordvoerder van AB InBev, de brouwer van onder meer Hertog Jan en Jupiler. "Ons voorstel aan alle verhuurders is dat alle drie de partijen een derde van de kosten dragen. Wij betalen dan dus twee derde van de huur aan de verhuurder en onze huurder betaalt ons een derde van de huur." Het grootste deel van de verhuurders ging akkoord met het voorstel. "Maar een aantal niet."

Uit de rechtbankstukken blijkt dat de verhuurders verschillende redenen hebben om niet akkoord te gaan met de voorstellen van de huurders. In Amsterdam zijn de huurinkomsten voor de verhuurder de enige inkomsten naast een AOW-uitkering. In het geval van de AB InBev-zaak in Assen was de verhuurder getergd over het feit dat de brouwerij zonder overleg de huur over april uitstelde.

Meer zaken verwacht

"Bovendien moet het grootste deel van de pijn nog komen voor veel verhuurders. Zij kampen straks mogelijk met leegstanden door de crisis", zegt Justine van Lochem, huurrechtadvocaat en per september bijzonder hoogleraar huurrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van Lochem verwacht dan ook nog tientallen vergelijkbare zaken de komende tijd. "Dit speelt in heel Nederland."

Voorlopig kiezen de rechters iets vaker de kant van de huurder die gedwongen moest sluiten dan van de verhuurder. "Dat zal huurders sterken in hun vragen om minder huur", zegt Van Lochem. "Ik kan me voorstellen dat naast horeca ook winkels het steeds interessanter vinden worden om een zaak te beginnen of er een uit te lokken door niet meer te betalen."

Toch geven de al gevoerde kort gedingen geen garanties voor toekomstige zaken. "De kort-gedingrechters hoeven elkaar niet te volgen", zegt Van Lochem. Om een eenduidig antwoord te krijgen op de vraag wie de zwaarste lasten van de coronacrisis moet dragen, zullen dus langere procedures gevoerd moeten worden. "Eerst bodemprocedures, dan hoger beroep en uiteindelijk misschien zelfs de Hoge Raad. Hoe hoger het komt, hoe meer rekening rechters met de uitspraak zullen houden. In totaal kan het wel drie jaar duren voordat er echt duidelijkheid is."

Pandemie in het contract

Niet alle horecaondernemers hebben goede kansen in de rechtszaal. Zekere in nieuwere contracten staat vaak een passage dat een 'gebrek' geen reden is voor een huurverlaging. "Maar zelfs in dat geval kunnen ze nog bepleiten dat het coronavirus een onvoorziene omstandigheid is", zegt Van Lochem.

Pas als er letterlijk in het contract staat dat de gevolgen van een pandemie niet kunnen leiden tot korting is het voor de huurder onmogelijk om een verlaging te krijgen. Van Lochem: "Ik zie nu al dat in steeds meer contracten die nu gesloten worden, wordt vastgelegd wat er met de huur gebeurt in het geval van een nieuwe pandemie en een nieuwe lockdown."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl