Weer EU-top over herstelfonds, maar op een doorbraak wordt niet gerekend
De verwachtingen over de EU-top van vandaag zijn laag. De een noemt het een oriënterend debat, de ander een opstapje naar een volgende top, waar echte zaken worden gedaan. Over een ding zijn de lidstaten het eens: er moet een herstelfonds komen om de Europese economie uit het slop te trekken. Hoe dat moet gebeuren, daar verschillen de meningen over.
Als de voorzitter van de Europese Raad, de Belg Charles Michel, straks om 10.00 uur zijn videoscherm aanzet, ziet hij 27 regeringsleiders die allemaal een eigen opvatting hebben over het herstelfonds. Als hij nader inzoomt, ontwaart hij verschillende coalities van landen: de een noemt zich zuinig, de ander zuidelijk en weer een ander de verdediger van de regionale fondsen. Het zijn broze coalities die allemaal een onderdeel van het herstelfonds afwijzen.
Zo vindt Nederland dat de begroting, die als onderpand van het herstelfonds moet dienen, niet opgehoogd mag worden. Al voor de coronacrisis vond het kabinet dat er te veel geld naar de nieuwe begroting zou gaan en dat standpunt is niet gewijzigd. Ook wil premier Rutte dat er helderheid komt over de criteria. "Wanneer leen je geld, wat zijn de voorwaarden en wanneer betaal je terug?"
'Zuinige landen'
Nederland, zo klinkt het in Brussel, gaat niet eerst ja zeggen en dan praten over de voorwaarden. Eerst moet er helderheid zijn over de criteria en dan komt pas de vraag aan de orde of de portemonnee getrokken moet worden. Dat verhaal zal voorzitter Michel vandaag niet alleen van Rutte horen, maar ook van de andere zogenoemde "zuinige landen": Oostenrijk, Denemarken en Zweden en Finland.
Dan is er nog een groep van landen uit Midden- en Oost-Europa, die bang zijn dat ze benadeeld worden. De Baltische staten: Estland, Litouwen, Letland, maar ook Roemenië, Slowakije, Tsjechië en Hongarije vrezen dat er veel geld gaat naar Zuid-Europa.
Zo wijst Hongarije op het feit dat Portugal bijna 13 miljard euro uit de pot kan krijgen en het land van premier Orbán recht heeft op 6 miljard. En dat terwijl er ongeveer evenveel inwoners in beide landen wonen. In Tsjechië zijn ze boos over het gebruik van werkloosheidscijfers als criterium. "We mogen niet gestraft worden voor het feit dat we een lage werkloosheid hebben", zei premier Babis.
'Niet traineren om het vertragen'
Als Michel goed kijkt zal hij een derde groep landen zien die zich zit te verbijten voor het scherm. Italië, Griekenland, Spanje, Portugal en Cyprus kan het niet snel genoeg gaan. Ze willen liever vandaag dan morgen geld uit het herstelfonds.
"Maar nog geen enkel land heeft tot op heden een beroep gedaan op die andere pot met geld van het Europees Stabilisatie Mechanisme (ESM)", zei premier Rutte deze week in de Tweede Kamer. Nederland snapt de haast dan ook niet. "We gaan niet traineren om het vertragen", zo klinkt het, "maar eerst moet helder zijn waar het geld aan wordt besteed."
En dan is er nog een probleem. Nederland is geen voorstander van het zomaar weggeven van geld. "De Europese Unie is een huwelijk onder huwelijkse voorwaarden. Een van die voorwaarden is dat als je geld leent, je netjes en snel terugbetaalt. En we lenen niet zomaar geld uit", zo vatte een diplomaat het standpunt samen.
Geen conclusies
Als voorzitter Michel, zo net voor het avondeten, zijn scherm uitzet, mag hij gaan nadenken. Er komen geen conclusies, er zijn geen vergaderstukken of notulen, zijn enige taak is om een plan te maken waar alle landen mee kunnen leven. Een negobox noemen ze dat in Brussel, oftewel een onderhandelingspakket.
In de eerste week van juli, 7 juli wordt genoemd, mag hij zijn scherm dan opnieuw aanzetten, of misschien kan hij tegen die tijd al een top organiseren waar iedereen ook fysiek verschijnt. "Dit soort onderwerpen heeft een lange doorwaakte Brusselse nacht of nachten nodig om tot een besluit te komen", zeggen verschillende diplomaten.