Duizenden Spaanse vechtstieren 'roemloos' naar het slachthuis
Rop Zoutberg
correspondent Spanje
Rop Zoutberg
correspondent Spanje
Duizenden stieren die gefokt zijn voor de Spaanse stierenfeesten worden geslacht. Alle stierenfeesten van het land, inclusief het grootste spektakel San Isidro in Madrid, zijn afgelast. De sector spreekt van een miljoenenverlies en wil compensatie van de Spaanse overheid.
Harde cijfers over de aantallen dieren die naar de slachthuizen gaan zijn er niet. Maar organisatoren van de fiestas en de tegenstanders spreken over duizenden dieren. Volgens stierenvechter Román Collado gaat het zelfs "om ongeveer 10.000 stieren".
"Ouuuh! Torrrooo." Collado zwaait met zijn cape op de tentadero, een oefenveldje waar hij traint met jonge stieren. De fokkers verdienen tussen 4000 en 5000 euro per stier , tenminste als de dieren in de arena's eindigen, vertelt hij. Slachthuizen betalen vijf tot hooguit tien procent van die waarde.
"Ik vind het zo zielig om te zien dat die stieren naar het slachthuis moeten. Het doet me verdriet. Ze kunnen niet laten zien wat ze waard zijn", roept de 27-jarige stierenvechter oprecht verontwaardigd.
Correspondent Rop Zoutberg sprak met Collado:
Ook fokker David Sánchez, die zeshonderd vechtstieren heeft rondlopen op zijn boerderij ten zuiden van Toledo, spreekt van een enorme klap. "Alle plannen die ik had konden naar de prullenbak. Ik had dertig dieren klaar om naar de gevechten te gaan, zelfs tien daarvan waren bestemd voor de grote feesten van Madrid. Deze dieren zijn alleen bruikbaar tot hun vijfde jaar. Het betekent dat ik ze daarna moet laten afmaken, een groot verlies."
Sánchez: "Een stier wordt zo gedegradeerd tot consumptievlees. Hij heeft geen kans meer om zijn leven terug te winnen, zoals in de arena, waar hij gratie kan krijgen. In het slachthuis weet niemand wie die stier is, wat zijn nut was. Hij gaat alleen maar dood en wordt tot gehakt gemaakt."
Snel en pijnloos doodgaan
Tegenover de logica van de fokkers en stierenvechters staat Marta Estebán van de anti-stierengevechtengroep 'Tortura no es cultura' ('Marteling is geen cultuur'). We ontmoeten elkaar bij de grote arena Las Ventas in Madrid. Tijdens de jaarfeesten in de hoofdstad gaan 300 stieren dood, weet Estebán. In het hele land zijn het jaarlijks 20.000.
Ze heeft zelf geen idee hoeveel stieren dit jaar al naar de slachthuizen gingen. "Maar ik ben blij dat ze daar snel en pijnloos doodgaan, in plaats van tijdens een twintig minuten durende doodsstrijd."
De strijd van de tegenstanders richt zich vooral tegen de veeteeltsubsidies die de stierensector vanuit Spanje, maar ook vanuit Europese fondsen krijgt. Geld dat je tijdens de pandemie ook aan de gezondheidszorg had kunnen besteden, stelt Estebán. "Het gaat om honderden miljoenen die de stierengevechten kunstmatig in leven houden.
"De sector maakt misbruik van de coronacrisis door nog meer geld te vragen aan landelijke en lokale overheden. Ze staan voortdurend op het punt failliet te gaan. Sinds 2007 zie je hoe aantallen stierenfeesten en bezoekers alleen maar omlaag gaan. Ook onder Spanjaarden groeit de afkeer."
Van het volk
Stierenvechter Collado ziet het allemaal anders. "We voelen ons in de steek gelaten door de Spaanse regering." Volgens Collado zitten tienduizenden arbeiders in de sector door de crisis werkloos thuis. "Ze hebben andere cultuurgroepen wel gesteund. De stieren, die zijn van het volk. Die zijn niet van de ene partij of de andere. Je houdt van de stieren, klaar. Stieren begrijpen niets van politiek."
Het nieuwe seizoen had voor hem in maart moeten beginnen. Dat viel precies samen met heftigste dagen van de coronacrisis in Spanje. Alle fiestas werden hierna afgezegd. "Het ergst is dat ik niet weet wanneer ik weer kan stierenvechten. Ik verlang ernaar, ik mis het vechten." Maar het blijft onduidelijk wanneer het spektakel weer begint.