Gelovigen kunnen straks weer naar de kerk, maar zingen mogen ze (nog) niet
Bij binnenkomst in een katholieke kerk niet je hand in een wijwaterbakje steken en een kruisteken slaan, maar desinfectiemiddel aftappen uit een dispenser: in veel kerkgebouwen wordt dat de nieuwe realiteit. Vanaf 1 juni openen veel gebedshuizen hun deuren weer, voor maximaal dertig mensen. Officieel mocht dat de afgelopen periode ook al, maar veel grote kerkelijke organisaties raadden hun gemeenten aan om alleen nog online vieringen te houden.
In de tussentijd hebben de kerken hard gewerkt om kleinschalige fysieke diensten weer mogelijk te maken. Deels moeten ze daarbij dezelfde maatregelen treffen als cafés en musea. Zo moeten er looproutes zijn en moeten alle kerkgangers anderhalve meter afstand houden. Wie een dienst of mis wil bezoeken, moet vooraf reserveren.
Dooparm en pincet
Andere maatregelen zijn heel specifiek. Zo raadt de Protestantse Kerk Nederland dominees aan om een 'verlengde dooparm' te gebruiken als ze een kind willen dopen, een soort schelp aan een lange stok. En als priesters vanaf 14 juni weer de communie uitreiken in de katholieke kerk, scheidt een doorzichtig scherm hen van de gelovige. Ook gebruikt de priester een soort pincet om de hostie uit te reiken, zodat er geen hand-op-handcontact kan plaatsvinden.
Kunstenaar André Bikker legt in een filmpje van de PKN uit hoe je zo'n verlengde dooparm kunt maken:
Sommige gemeenten en parochies gaan meerdere vieringen per weekend organiseren, zodat toch zo veel mogelijk gelovigen naar de kerk kunnen komen. Dat kan bijvoorbeeld in de Sint Servaasbasiliek in Maastricht, waar elke zondag drie missen gepland staan. "Voor het aantal gelovigen dat normaal bij ons komt, is dat te weinig," zegt deken John Dautzenberg, "maar zo is het aanbod toch iets verruimd. En we zorgen voor voldoende tijd tussen de missen."
Proefdraaien
Dautzenberg heeft er het volste vertrouwen in dat de Sint Servaasbasiliek er klaar voor is. De afgelopen weken heeft zijn kerk al even kunnen 'proefdraaien' met het ontvangen van mensen.
Sinds halverwege maart staat namelijk de zogeheten 'noodkist' in de kerk, met daarin de relieken van de heilige Sint Servaas. Die kist staat normaal gesproken in de schatkamer van de basiliek en wordt alleen tevoorschijn gehaald als de wereld in nood is. Gelovigen kunnen sinds half maart, het moment dat de coronacrisis Nederland trof, bij de kist terecht voor een stil gebed. Daar is de afgelopen weken op zondagmiddag veelvuldig gebruik van gemaakt.
Na 1 juni verdwijnt een belangrijk onderdeel van een mis of dienst: samen zingen. Nadat er wereldwijd uitbraken van het coronavirus zijn geweest in koren en kerkgenootschappen, wordt onderzocht of zingen bijdraagt aan de verspreiding van het virus. Daarom mag het in de meeste kerken niet meer tot daarover meer duidelijkheid is.
Vooral in protestantse kerkgenootschappen wordt dat als een groot gemis ervaren, want samen zingen is voor veel gelovigen misschien nog wel belangrijker dan het gebed of de preek.
"Zingen komt vanuit je wortels", zegt Wim Beekman, PKN-predikant in Friesland. Hij is een van de mensen die heeft meegewerkt aan het protocol in de kerk. "We zijn bewust heel voorzichtig. Maar het raakt me ook. Juist in de eredienst, als je bij Onze Lieve Heer op bezoek bent, zijn er tal van betekenisvolle momenten. Dat resoneert mee in de melodieën en de poëzie die je zingt."
Moskeeën en synagogen
Ook de gebedshuizen van de meeste andere religies gaan vanaf 1 juni weer open. In de moskee bidden gelovigen voorlopig niet naast elkaar en iedereen moet zijn eigen gebedskleed meenemen.
Synagogen blijven tot nader order gesloten. Het is lastig om daar samen te komen, onder meer doordat sommige gebouwen klein zijn en een dienst pas kan worden gehouden als er tien joodse mannen aanwezig zijn. Deze situatie is uniek voor het jodendom in Nederland: zelfs gedurende de Tweede Wereldoorlog bleef het op een enkele plaats mogelijk om naar de synagoge te gaan.