5G-netwerk mag worden uitgerold van de rechter
De uitrol van het 5G-netwerk mag doorgaan. De rechter heeft dat geoordeeld in een kort geding dat was aangespannen door stichting Stop5GNL.
De stichting stapte naar de rechter uit vrees voor de volksgezondheid. Maar die oordeelt nu dat de overheid niet onrechtmatig heeft gehandeld. De veiling van het eerste deel van de 5G-frequenties wordt in juni afgerond.
Rapporten
Een van de bezwaren van de stichting was dat de overheid het snellere netwerk zou realiseren zonder relevant onderzoek te hebben gedaan naar mogelijke gezondheidsschade. Volgens de rechter heeft de overheid uitvoerig en overtuigend gemotiveerd dat er vraagtekens kunnen worden geplaatst bij de rapporten waar Stop5GNL naar verwijst. De uitkomsten zouden wetenschappelijk niet overeind blijven. De stichting zou bijvoorbeeld veel waarde hechten aan het zogenoemde BioInitiative Report, waar volgens de rechter tal van internationale en wetenschappelijke instituten, waaronder de Gezondheidsraad en de Europese Commissie, fundamentele kritiek op hebben geuit.
Volgens de rechter zijn de deskundigen en rapporten waar het kabinet zijn beleid op heeft gebaseerd betrouwbaar en zijn er geen concrete aanwijzingen om daaraan te twijfelen. Het gaat hierbij concreet om het RIVM en de ICNIRP, de internationale organisatie die stralingslimieten vaststelt.
Een punt dat volgens de rechter terecht is aangevoerd door stichting Stop5GNL is dat het op dit moment niet duidelijk is hoe 5G-systemen en de veldsterktes die daardoor worden veroorzaakt "zich precies zullen gaan ontwikkelen".
Tijdens de zitting begin mei beloofde de Staat dat het Agentschap Telecom de veldsterktes blijft monitoren en, als dat nodig is te zullen ingrijpen als limieten overschreden worden. Hetzelfde geldt voor als uit nieuwe inzichten blijkt dat de blootstellinglimieten moeten worden aangepast.
Om die reden is volgens de rechter de uitrol van 5G "niet onomkeerbaar" en bestaat er "geen aanleiding tot ingrijpen".