Meer 'coronageweld' tegen politie, ook meer meldingen van burenruzies
In de coronacrisis is het geweld tegen de politie toegenomen, blijkt uit gegevens die de politie aan de NOS heeft verstrekt.
De eerste weken na de invoering van de coronamaatregelen, in maart, lag het aantal geweldsincidenten tegen politiemensen nog zo'n 10 procent lager dan eind februari. Vanaf april nam het aantal incidenten sterk toe. In de week van 6 april lag het aantal keren dat de politie met geweld te maken kreeg 40 procent hoger dan de laatste week vóór de coronacrisis.
Ook in de weken erna kregen agenten met bovengemiddeld veel geweld te maken. Voorbeelden daarvan zijn volgens de politie de 'coronaspugers', mensen die agenten in het gezicht spuugden of hoestten en dreigden met coronabesmetting.
Inmiddels lijkt het aantal incidenten weer te dalen. Begin mei was het aantal incidenten nog 4 procent hoger dan voor de crisis.
Meer burenruzies en geluidsoverlast
Opvallend is dat sinds de invoering van de coronamaatregelen ook het aantal overlastmeldingen explosief is gestegen. Het gaat dan over burenruzies, geluidshinder en overlast door hangjongeren. Afgelopen week telde de politie in Nederland meer dan 13.500 meldingen, ruim twee keer zoveel als dezelfde week vorig jaar.
Of de toegenomen overlast en het geweld tegen agenten met elkaar te maken hebben, kan de politie niet met zekerheid zeggen. Onduidelijk is ook in hoeverre het uitschrijven van boetes voor te weinig afstand houden een rol heeft gespeeld. Sinds eind maart worden daarvoor bekeuringen uitgedeeld; inmiddels is dat zo'n 9000 keer gebeurd.
2019 opnieuw ruim 10.000 incidenten
In 2019 registreerde de politie ruim 10.000 incidenten waarbij agenten verbaal of fysiek werden aangevallen. Dat zijn er vrijwel evenveel als het jaar daarvoor. Bij verreweg de meeste geregistreerde incidenten (4225) ging het om belediging.
Opvallend is dat het aantal gevallen van zware mishandeling is verdubbeld, tot 51 gevallen. Ook werd veel vaker vuurwerk gegooid naar agenten. In 2017 en 2018 gebeurde dat respectievelijk 6 en 16 keer, vorig jaar 94 keer.