Advocaten weigeren naar zitting Ridouan Taghi te komen
Vijf advocaten weigeren volgende week naar een zitting van de Amsterdamse rechtbank te komen in de zaak rond Ridouan Taghi. Dat melden NRC en EenVandaag. De advocaten vinden dat ze hun werk niet goed kunnen doen.
De rechtbank heeft vanwege de coronacrisis beperkingen opgelegd. Zo mogen de verdachten niet fysiek aanwezig zijn bij de tussentijdse zitting in de zaak. Ze mogen alleen tijdens de behandeling van hun eigen zaak inbellen via een videoverbinding. Daarvoor krijgen ze van de gevangenissen hooguit een uur.
Volgens de advocaten is door deze maatregelen geen vertrouwelijk overleg mogelijk tussen advocaat en cliënt en daardoor kan er geen sprake zijn van een eerlijk proces.
Rechtbank vat pleitnota samen
Ook mogen de advocaten niet op de gebruikelijke manier pleiten. Ze moeten ruim van tevoren aan de rechtbank laten weten wat ze willen gaan zeggen en de rechtbank vat dat dan op de zitting samen. Anders kunnen de afzonderlijke zaken niet binnen een uur behandeld worden.
De vijf advocaten zeggen dat de maatregelen zonder overleg met hun kantoor zijn genomen en dat dit in strijd met de wet is.
De rechtbank heeft wel gezegd dat bij de volgende zitting, in augustus, er alles aan gedaan wordt om ervoor te zorgen dat de verdachten dan wél zelf aanwezig kunnen zijn.
Maar de advocaten vinden die toezegging niet voldoende en weigeren daarom volgende week naar de Amsterdamse rechtbank te komen, ook omdat het Openbaar Ministerie wel gewoon aanwezig is. Ze wijzen op een andere zitting in de zaak rond Ridouan Taghi, van de rechtbank in Utrecht. Daar mochten de verdachten wel persoonlijk bij zijn. "Het is voor ons onbegrijpelijk dat dit in een vergelijkbare zaak bij de rechtbank Amsterdam niet mogelijk is", schrijven de advocaten in hun brief.