Kinderen trainen weer bij voetbal- en cricketclub HV&CV Quick
NOS Sport

Tien procent sportverenigingen vreest voor voortbestaan door coronacrisis

De Nederlandse sportwereld maakt zich grote zorgen over de impact van de coronacrisis. Tien procent van de sportverenigingen voelt zich bij sluiting van de sportaccommodatie op korte termijn (tot de zomer) in haar voortbestaan bedreigd. Dat is de belangrijkste conclusie die het Mulier Instituut trekt uit een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van sportkoepel NOC*NSF.

Mocht de crisis langere tijd aanhouden dan vrezen zelfs vier op de tien sportverenigingen, door onder meer het verlies van leden en inkomsten, uiteindelijk ten onder te zullen gaan.

Het onderzoek door het Mulier Instituut werd uitgevoerd in de periode van 1 tot en met 13 april. Sportverenigingen konden in de enquête aangeven met welke problemen en vraagstukken ze worstelen als gevolg van de kabinetsmaatregelen om het coronavirus te bestrijden en in welke mate ze ondersteuning nodig zouden hebben om de crisis te overleven. Er deden ruim 3.200 sportclubs mee aan het onderzoek.

Nederlandse topatleten mochten op 30 april weer op sportcentrum Papendal trainen

Onderdeel van de kabinetsmaatregelen was het verbieden van sportwedstrijden en trainingen en het sluiten van sportaccommodaties. Inmiddels is het kabinet heel voorzichtig begonnen de maatregelen te versoepelen, wat de 27.000 sportverenigingen in Nederland weer enige lucht verschaft.

In het onderzoek geven verenigingen aan dat ze de financiële impact van de maatregelen nog niet volledig kunnen overzien, maar door de sluiting van accommodaties zoals die werd opgelegd tot 28 april, verwachten de sportclubs gemiddeld zo'n 11 procent van hun begrote inkomsten voor die periode mis te lopen. In het geval sportaccommodaties tot en met juli gesloten blijven, loopt de inkomstenderving op naar 28 procent.

Essentieel

Van de clubs die reageerden, geeft een kwart aan dat noodmaatregelen, hulp of ondersteuning essentieel zijn om als vereniging de huidige crisis te overleven. Met name verenigingen met een hoge begroting (50.000 euro of meer) bevinden zich in een zorgelijke positie.

Zeven op de tien verenigingen verwachten dat ze aan de lopende verplichtingen kunnen blijven voldoen zonder gebruik te maken van de geldende noodmaatregelen. Een op de tien verwacht echter al voor de zomer niet meer aan de financiële verplichtingen te kunnen voldoen. Slechts 28 procent van de clubs denkt dat sponsoren hun verplichtingen voor dit jaar zullen nakomen.

Een derde van de clubs maakt zich grote zorgen over eventueel ledenverlies en het vertrek van vrijwilligers. Daarnaast verwachten ze veel minder nieuwe leden.

Oplossingen

Oplossingen om heel grote schade te voorkomen, dragen de clubs ook aan. Vrijstelling van huurverplichtingen in de maanden april, mei en juni is daar een van, maar ook vrijstelling van bondsafdrachten zou voor verlichting kunnen zorgen. Bij dat laatste moet dan wel worden gekeken naar de financiële positie van de sportbonden.

Ondanks de zware tijden geven veel verenigingen (twee derde) ook aan vertrouwen te hebben in de eigen veerkracht. Zij verwachten uiteindelijk de crisis zelf te boven te komen.

Een week geleden, vrijdag 1 mei, maakte minister van Medische Zorg en Sport Martin van Rijn bekend dat er een noodfonds van 110 miljoen euro beschikbaar komt om sportverenigingen te ondersteunen.

Van Rijn: 'Sportverenigingen hoeven drie maanden geen huur te betalen'

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl