Detailhandel Nederland wil eenduidige aanpak voor winkelstraten
Detailhandel Nederland wil dat er een eenduidige aanpak komt om de drukte in de winkelstraten te reguleren. Tot nu toe is het voor het winkelend publiek onduidelijk wat wel en niet mag, omdat coronamaatregelen per gemeente verschillend zijn.
"De drukte in de winkelstraten neemt toe en dat is ook goed. Maar dat moeten we in goede banen leiden", zegt Hester Duursema, directeur van Detailhandel Nederland in het NOS Radio 1 Journaal.
Er is een eenduidige aanpak voor winkels, het zogeheten protocol verantwoord winkelen, maar zoiets is er niet voor winkelstraten. "Ondernemers hebben investeringen gedaan om het in hun winkel goed te regelen qua anderhalve meter. Nu nog afspraken over de winkelstraten en dan is eenieder weer welkom, mits we ons aan de maatregelen houden."
Haaks op oproep burgemeesters
Dat botst met de oproep van veel burgemeesters om winkelstraten te mijden. "Dat zou ons devies niet zijn, en volgens mij is het ook niet nodig. Volgens mij kunnen we zo die passantenstroom prima ontvangen in winkelstraten", zegt Duursema.
"Maar we onderschrijven wel dat er afspraken gemaakt moeten worden over hoe je dat buiten de winkels met elkaar regelt. Het het liefst zo uniform mogelijk, zodat consumenten ook weten waar ze aan toe zijn."
Dit is een enorme worsteling voor het kabinet.
Volgens de wet zijn burgemeesters verantwoordelijk voor handhaving van de openbare orde in hun gemeente. Zij bepalen dus hoe er gehandhaafd moet worden in winkelstraten. "Het kabinet beslist niet of de Kalverstraat dicht moet, dat doen de burgemeesters echt zelf", zegt politiek-verslaggever Lars Geerts.
Vooralsnog ging het kabinet ervan uit dat consumenten vooral ook hun eigen verantwoordelijkheid namen, door bijvoorbeeld niet te gaan winkelen. "Maar als dat niet kan, richten de ogen zich toch weer op het kabinet en de burgemeesters", zegt Geerts.
In Zutphen probeert men dat op een positieve manier afstand te houden. Want daarmee bereik je meer, zo is de gedachte:
Premier Rutte gaf de afgelopen weken al aan dat het onderwerp winkelen een hoofdpijndossier is. "Het is een enorme worsteling om de afweging te maken tussen de vrijheden die we hebben en zaken die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het virus zich niet verder verspreidt", zegt Geerts.
Daarnaast spelen er natuurlijk ook economische belangen. Winkeliers willen mensen trekken om te zorgen dat ze toch nog een beetje omzet kunnen maken. "Winkels zijn magneten voor groepen mensen", zegt Geerts. "Maar je moet als overheid ook weer meer geld in die bedrijven pompen om ze overeind te houden."
Crisisoverleg
Detailhandel Nederland wil in gesprek met de veiligheidsregio's, waarin de burgemeesters ook vertegenwoordigd zijn. Die moeten dan vervolgens aanschuiven bij het crisisoverleg van het kabinet, de zogenoemde Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb).
"Landelijk beleid kan als je al die partijen om de tafel zet en op een lijn krijgt. Maar de vraag is of het wenselijk is, omdat veiligheidsregio's volgens Den Haag zelf veel beter kunnen inschatten wat er in hun regio nodig is", zegt Lars Geerts.
Komende woensdag komt de MCCb weer bij elkaar. Dan komt ook het Outbreak Management Team met een nieuw advies over wat er wel en niet kan in de samenleving.
