Jupp Heynckes en Berti Vogts
NOS Voetbal

Exact 50 jaar geleden ging Nederland stiekem van de Bundesliga houden

  • Oscar van der Horst

    redacteur NOS Sport

  • Oscar van der Horst

    redacteur NOS Sport

De Bundesliga, wie is er niet groot mee geworden? Voor veel voetballiefhebbers was Sportschau op zaterdagavond vaste prik. Want alle spanningen met onze oosterburen ten spijt, een brutale flirt van Borussia Mönchengladbach was onweerstaanbaar. Daar begon het toch wel mee voor een hele generatie.

Vandaag precies een halve eeuw geleden werden de sportieve hoogtijdagen van Gladbach ingeluid met de eerste Duitse landstitel en kwam er een huwelijk tot stand dat zelfs de grootste stormen overleefde. Door een elftal dat voetbalde met aanstekelijk enthousiasme.

Jongemannen als Berti Vogts, Günter Netzer en Jupp Heynckes veroverden Europa. Vijf landstitels in acht jaar, twee keer winst van de UEFA Cup.

Middenin een woonwijk

"Daar wilde ik als kind ook bij horen. En wie niet?", zegt de inmiddels 58-jarige Erik Willaarts. "Na het voetbal ging ik altijd op tijd naar huis, zodat ik om 18.00 uur voor de televisie zat voor de samenvattingen. Ik had met mijn kwaliteiten nooit durven denken dat ik er later zelf terecht zou komen."

Het Bökelbergstadion in Mönchengladbach, foto uit 2001

Gladbach voetbalde destijds op de Bökelberg, een stadion middenin een woonwijk. "Met van die steile staantribunes achter de doelen. Op de trappen deden we onze conditietraining, dat was echt vreselijk", herinnert Willaarts zich nog goed.

Eenmaal vol toeschouwers had het gedateerde bouwwerk iets magisch. "De supporters links en rechts vlak achter de doelen. Dat maakte echt indruk op de tegenstander als je het veld opkwam", merkte Arie van Lent (49), vijf jaar actief voor de club.

Ook hij keek als kind al trouw naar het Duitse voetbal. "Met altijd veel fans op de tribune, dat is het beeld dat me uit die tijd bijbleef. Dat is wat de Bundesliga voor mij bijzonder maakte."

Arie van Lent viert een van zijn 62 treffers voor de club

Sportschau werd jarenlang gepresenteerd door Heribert Fassbender, een kalende man met een ringbaard. Die de kijker steevast begroette met zijn "Guten Abend allerseits". Een bulletin met langdradige presentatieteksten, onderscheidend in zijn degelijkheid, traditie en eenvoud.

Daarna was er nog een avondvullende show, waarin gasten de bal door gaten in een muur moesten mikken. "Daar keek echt iedereen naar in Duitsland", weet Willaarts. "Gelukkig hebben ze mij nooit uitgenodigd."

De kenmerkende intro van Sportschau:

Willaarts kon de hoge verwachtingen immers nooit waarmaken in de Bundesliga. "Ik heb nog wel gescoord op bezoek bij Dortmund, speelden we 1-1. Op mijn verjaardag nog wel."

"Ach, als ik het allemaal over zou moeten doen, was ik daar misschien nooit gaan wonen. Het is hooguit anderhalf uur rijden vanuit Woudenberg."

Klein stukje rijden

Je bent namelijk zo in Mönchengladbach, zeker als je vanuit Roermond of Venlo de grens oversteekt.

"Dat clubs uit de buurt in Limburg nu niet goed presteren, heeft niets te maken met de vele Nederlandse supporters bij Gladbach op de tribune", zegt Mark Ramakers (26), komend seizoen voor het zestiende jaar op rij seizoenkaarthouder. "Ik was er ook de laatste keer dat we op het tweede niveau speelden. Met als dieptepunt 29.000 toeschouwers tijdens een thuisduel."

Erik Willaarts (rechts) met zijn neef Ricky van Wolfswinkel

Het Borussia-Park zit normaal bomvol. En van de 53.000 aanwezigen komen er elke thuiswedstrijd minimaal duizend uit Nederland. Ramakers leidt samen met twee anderen een fanclub van honderd man.

"Het mooie aan deze voetbalclub is ook dat fans echt een stem hebben. Er wordt naar ze geluisterd tijdens ledenvergaderingen", weet Ramakers. Zo wilde clubicoon Stefan Effenberg ooit terugkeren als trainer, maar werd het negatieve advies van de achterban gehoord.

Willaarts was bij Gladbach ooit kamergenoot van diezelfde Effenberg, die destijds als tiener aansloot bij de selectie. Ongelofelijk getalenteerd, maar ook iemand die zich nukkig kon opstellen. Of helemaal zijn eigen gang ging. "Die verdween wel eens op een vrijdagavond", lacht Willaarts.

Laatste seizoen

Wat dat betreft staat Van Lent er een stuk beter op, inmiddels bezig aan zijn zevende en laatste seizoen als trainer bij de club, nu van het tweede elftal. De aanvaller werd vanwege zijn verdiensten voor de club én zijn laatste treffer in het oude stadion zelfs een legende onder de aanhang.

"Dat is ook een beetje toevallig ontstaan", relativeert de oud-spits. "Ik stond er op het goede moment. En toen er later magere jaren aanbraken, werd dat vooral een dingetje onder de fans. Het verlangen naar vroeger."

Roel Brouwers (midden) viert een treffer voor Gladbach

Toch kan Van Lent niet ontkennen dat hij ooit werd genoemd als spits voor die Mannschaft, aangezien hij in de loop van zijn carrière ook de Duitse nationaliteit kreeg.

"Ik scoorde veel aan het begin van het seizoen. En na een blessure bij Oliver Bierhoff werd ik door de krant Bild naar voren geschreven als goed alternatief. Maar ik heb daar nooit met iemand van de bond contact over gehad."

Wie ze in Gladbach ook weleens in de nationale ploeg hadden willen zien, is Roel Brouwers. Ramakers: "Die kwam hier toen we in de Tweede Bundesliga speelden en eindigde in de Champions League. Op het oog een middelmatige speler, maar wel iemand die altijd zijn mannetje stond. Daar houden ze van hier."

Familiegevoel

Willaarts redde het dus niet. "Omdat ik niet aanmerkelijk beter was dan mijn Duitse concurrent. Dan is de keuze ook niet zo moeilijk", is hij nuchter.

"Ik heb hier desondanks anderhalf jaar rondgelopen en een mooie tijd gehad. Wat me vooral bijblijft is dat landhuis waar we daags voor elke thuiswedstrijd verzamelden. Daar aten en sliepen we dan, dat is voor mij echt het familiegevoel waar de club bekend om staat. Met een selectie van veertien man. Nu hebben ze geloof ik veertig contractspelers."

Jupp Heynckes met de UEFA Cup, na een zege op FC Twente in 1975

Gladbach is in zijn nieuwe stadion ook met de tijd meegegaan, maar volgens Van Lent waar mogelijk altijd trouw geweest aan zijn tradities. "Ze proberen hier het meeste in eigen hand te houden. Zo is de stadionnaam niet verkocht aan een sponsor, de rechten liggen bij de vereniging zelf."

En het ouderwetse dagje uit voor de supporters heeft volgens Ramakers ondanks alle vernieuwingen ook zijn charme behouden. "Die ongedwongen sfeer, al ver voor de wedstrijd. Niet zozeer de wedstrijden zelf, maar vooral de beleving met de supporters is iets wat ik in deze tijd ongelofelijk mis."

Sport verbroedert, het voetbal is inmiddels voor iedereen. Ramakers: "Ik krijg nooit meer vragen of er in Nederland geen clubs in mijn omgeving spelen."

Bezoekje

Gek genoeg was Willaarts sinds zijn vertrek bij de club mede door drukke werkzaamheden nooit meer in de gelegenheid een bezoekje te brengen aan Borussia Mönchengladbach, wat hij ook liet doorschemeren in een interview voor het programmablaadje een paar jaar geleden.

"Ik moest daarna een nummer bellen. Toen werd me verteld dat er altijd twee kaarten voor me klaarliggen. Wanneer ik ook wil gaan. Zo is die club, je bent voor altijd een van hen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl