Volkscongres China komt weer bijeen: 'Symbolische waarde is groot'
Het Chinese Volkscongres, de jaarlijkse zitting van het voltallige parlement in Peking, komt bijeen vanaf 22 mei. De sessie, die doorgaans tien dagen tot twee weken duurt, stond eigenlijk op 5 maart gepland maar de coronacrisis maakte dat onmogelijk.
Volgens de Chinese autoriteiten is de coronauitbraak in het land nu voldoende onder controle om het Volkscongres bij elkaar te laten komen.
Epidemie onder controle
Correspondent Sjoerd den Daas noemt het "symbolisch" dat het Volkscongres nu toch doorgaat. "China wil hiermee vooral laten zien dat het de epidemie onder controle heeft." Dit was ook het geval toen Xi Jinping een bezoek bracht aan Wuhan op 10 maart, toen de stad waar het covid-19-virus voor het eerst werd vastgesteld nog in quarantaine was.
Ook een ander belangrijk orgaan, het raadgevende CPPCC, komt bijeen, vanaf 21 mei. In de regel komen er hierdoor in totaal zeker 5000 afgevaardigden uit het hele land naar deze bijeenkomsten: zo'n 3000 zullen het Volkscongres bijwonen en nog eens ruim 2000 voor het CPPCC.
Strenge quarantainemaatregelen
"Hoe ze dit in de praktijk zullen aanpakken, is nog een groot vraagteken", zegt Den Daas. Er gelden zeker in Peking strenge quarantaineregels voor mensen die van buiten de Chinese hoofdstad komen.
Zo moet iedereen die de stad bezoekt eerst twee tot drie weken in thuisquarantaine. Bovendien is een negatieve coronatest noodzakelijk om alleen al af te mogen reizen naar de stad. Vervolgens moet na de quarantaineperiode wederom een negatieve test worden afgenomen om vrij in de stad te kunnen bewegen.
Of alle 5000 afgevaardigden deze maatregelen zullen moeten ondergaan is niet bekend. Ook is onduidelijk of wereldwijde media welkom zijn vanaf 22 mei, zoals andere jaren het geval is.