Vrees voor corona drijft de Syrische Taher terug naar zijn verwoeste huis
Voor veel inwoners van Idlib is het een duivels dilemma: in een overvol vluchtelingenkamp aan de Turkse grens blijven, of de gok wagen en terugkeren naar hun gehavende dorp. Tienduizenden mensen zijn inmiddels teruggekeerd. De afgelopen weken waren er regelmatig beelden te zien van lange files met auto's en busjes vol spullen en families die zuidwaarts hun weg terugvinden naar huis.
Sinds eind vorig jaar vluchtten naar schatting een miljoen mensen uit de regio Idlib vanwege aanhoudende gevechten en zware bombardementen van het Russische en Syrische leger. Begin maart werd door de Russische president Poetin en de Turkse president Erdogan een staakt het vuren afgekondigd. Eerdere wapenstilstanden hielden geen stand, maar de afgelopen weken is het inderdaad relatief rustig in grote delen van Idlib.
Bijna alle huizen in puin
Hoewel veel inwoners onmogelijk terug kunnen naar hun dorpen omdat deze zijn ingenomen door het Syrische leger, heeft Taher el Matter zijn kans gegrepen. Hij heeft zijn auto volgepakt met de bezittingen die hij nog over heeft en is met zijn gezin teruggekeerd naar Nairab, een stad die begin februari nog tijdelijk werd ingenomen door het Syrische regeringsleger.
In Nairab is enorm gevochten en bijna alle huizen zijn verwoest. "We hopen het te kunnen opbouwen", zegt Matter terwijl hij door zijn kapotte huis wandelt. Hij heeft nauwelijks geld maar probeert eigenhandig zijn huis weer leefbaar te maken. "Als wij beginnen zullen anderen hopelijk volgen."
Kinderen onder ingestorte muur
Matter en zijn gezin moesten halsoverkop vluchten nadat een raket hun huis raakte. Een muur stortte in, zijn kinderen lagen eronder. Hij wist ze onder het puin vandaan te trekken, waarna het gezin zo snel mogelijk richting de Turkse grens vluchtte. "Het is hier verre van perfect, maar beter dan in het kamp. Al zouden we hier alleen in de keuken wonen, dan is het al beter."
Nairab ligt op een strategische plek, dichtbij de M4-snelweg die voor alle strijdende partijen zo belangrijk is. Het Syrische leger is nu zo'n anderhalve kilometer van de stad gestationeerd, dus echt op zijn gemak voelt Matter zich niet.
Ook maakt hij zich zorgen als de kinderen tussen de huizen spelen, omdat er nog zo veel onontplofte explosieven liggen. Hij betwijfelt of het staakt het vuren deze keer wel stand zal houden, maar vindt het huis een betere plek om de coronacrisis uit te zitten dan in een overvol vluchtelingenkamp.
Zo ziet het huis van Matter eruit:
Dat er nog geen bevestigde coronabesmettingen in Idlib zijn, geeft sommige mensen de hoop dat het virus hun gebied misschien niet bereikt. "Ik ben niet bang voor corona", zegt Ahmad al Mawi dichtbij Idlib stad. "We zijn hier supergezond, want we eten allerlei wilde kruiden. Ook eten we bloemkool en komkommer. Als God het wil, zal het virus hier niet komen."
De realiteit is dat er maar weinig getest kan worden. De infrastructuur laat veel te wensen over. Ziekenhuizen en klinieken zijn gebombardeerd. Dokters en verplegers kwamen om of zijn het land ontvlucht, waardoor er een enorm tekort is aan medisch personeel en kennis. Het zorgstelsel in Idlib is totaal overbelast en als het coronavirus zich hier zou verspreiden, zijn de gevolgen niet te overzien.
Wij voorzien een grote crisis. Dit komt bovenop de oorlog en armoede die we hier al hebben.
Dokter Muhammad Makki werkt in het enige centrum in Idlib waar ze op corona kunnen testen. Hij houdt zijn hart vast. "Wij voorzien een grote crisis. En dat komt bovenop de oorlog, armoede en de sociale omstandigheden die we hier al hebben."
De testcapaciteit in het centrum is zeer beperkt. De kliniek is verantwoordelijk voor een enorm gebied en dokter Makki maakt zich zorgen of ze in de toekomst nog wel hulp van de Wereldgezondheidsorganisatie zullen ontvangen. Klinieken en ziekenhuizen doen hun uiterste best, maar de middelen zijn beperkt.
'Ik kan hier niet blijven'
Ook Nazih Hajj Ali is met zijn gezin teruggekeerd naar Nairab, in de hoop dat hij het vluchtelingenkamp waar hij met zijn gezin zat achter zich kon laten. Zijn huis is leeggehaald toen het Syrische leger uit het dorp vertrok en hij vraagt zich af hoe veilig het allemaal is.
"Niets is duidelijk. Ik voel me niet veilig hier. We hadden gehoopt de ramadan hier door te brengen maar ik denk toch niet dat ik hier kan blijven", zegt hij. "Ik wil niet nu gaan renoveren en dat het straks allemaal weer kapot gaat. Misschien kunnen we beter nog maar even wachten."