Na de crisis volgt een recessie, 'ondernemers moeten kort op de bal zitten'
De economie is in crisisstand, noodmaatregelen moeten faillissementen voorkomen en werkgelegenheid behouden. Maar wat gebeurt er daarna, als de crisis is bezworen en we in een nieuw normaal zijn beland? Nu al is duidelijk dat de economie in een recessie zal belanden, waarvan duur en omvang nog onbekend zijn. Kunnen bedrijven zich hier nu al tegen weren en zo ja, hoe?
Er is sprake van recessie als de economie zeker twee kwartalen op rij krimpt. Met andere woorden: als in Nederland minder wordt verdiend dan daarvoor. Dat is nu nog niet vastgesteld, maar vanochtend bleek al dat het consumentenvertrouwen is gekelderd. Het peil zakte met twintig punten, de scherpste daling ooit. Deze en andere indicatoren schetsen een nabije toekomst van hand op de knip en stijgende werkloosheid.
Met dit perspectief voor morgen is het vandaag moeilijk keuzes maken. "Ik zou er misschien wel over moeten nadenken om al die leningen nu niet aan te gaan en de stekker eruit te trekken", zegt restauranteigenaar Harmen de Glint. Samen met een compagnon bezit hij zes grote restaurants, met samen 400 mensen in dienst. De leningen waarover hij twijfelt zijn nodig voor het betalen van de vaste lasten, zoals huur en onderhoud. Die gaan door en staan los van de loonkosten, die nu grotendeels worden vergoed door de overheid.
Het was een van de steunmaatregelen waar het kabinet in maart mee kwam, dit zijn ze allemaal:
De Glint twijfelt of hij zijn zaken open moet houden en hij is niet de enige. Uit onderzoek van brancheorganisatie Koninklijke Horeca Nederland onder ruim 5000 horecaondernemers blijkt dat 10 procent naar eigen zeggen nu al geen buffers heeft. Een kwart zegt het nog tot eind april uit te kunnen houden en nog eens een derde denkt het nog twee tot drie maanden uit te kunnen zingen.
Je moet kort op de bal zitten.
Dilemma's rond het voortbestaan van een bedrijf zijn dagelijkse kost voor Robin Schilder, partner bij BDO Advisory/Management Consulting. Hij adviseert voornamelijk mkb-familiebedrijven, met een omzet tussen 10 en 200 miljoen euro. Bijvoorbeeld een horecaondernemer met tientallen vestigingen, die nu dus al zijn zaken moest sluiten. "We praten nu met banken en aandeelhouders over het betalen van de strikt noodzakelijke rekeningen om het einde van volgende maand te halen", zegt Schilder. "De toekomst van de onderneming hangt daarvan af."
Als een bedrijf in acute nood belandt, draait het in de eerste plaats om de beschikbaarheid van geld. Hoe diep willen banken en aandeelhouders in de buidel tasten, en welke inkomsten zijn er op korte termijn te verwachten? Daarom wordt als eerste een inschatting gemaakt van de inkomsten voor de komende 8 à 10 weken, zegt Schilder. "Dat betekent bijvoorbeeld: klanten en relaties bellen en vragen wat de verwachtingen zijn. Normaal doe je zo'n belronde één keer per maand, nu zeggen we: bel ze iedere week. Je moet kort op de bal zitten. En haal vanwege de onzekerheid 25 procent af van de verwachte inkomsten."
Ook bouw wacht zware tijd
Naast horeca en andere sectoren met acute vraaguitval voorziet Schilder problemen in de bouw. "Die wordt nu nauwelijks geraakt, behalve dan de bezetting van de werkplaatsen als gevolg van de anderhalvemetereconomie. Tot en met september zijn orderportefeuilles nog gevuld."
Maar daarna gaat de klap komen, zegt Schilder. "Een ondernemer waar ik mee werk neemt nu al projecten aan onder de prijs. Hij kampt met onzekerheid in de markt, waardoor er veel minder wordt geïnvesteerd." Het onder de prijs aannemen van projecten, om maar aan de gang te blijven, was in de vorige crisis uiteindelijk een van de belangrijke oorzaken van veel faillissementen.
Ondertussen klagen winkeliers steen en been over terughoudendheid bij banken. Hun voorman, directeur Jan Meerman van brancheorganisatie InRetail, voorspelt "een drama en een bloedbad" als banken winkeliers niet meer gaan helpen dan ze al doen. De winkeliers hinten op het uitgangspunt dat banken bij deze crisis zeggen te hanteren: we zijn een onderdeel van de oplossing, niet het probleem.
Maar ook banken weten dat na de huidige acute nood een recessie volgt. Dat is het licht waarin zij het criterium 'in de kern gezond' toepassen bij het beoordelen van hulpaanvragen van ondernemers.
BDO-bedrijfsadviseur Schilder: "Het nieuws over het dalende consumentenvertrouwen weegt zeker mee bij het beoordelen van steun. Er wordt door banken met een vergrootglas gekeken naar de conditie en mogelijkheden van een bedrijf, ook bij het overwegen van het verstrekken van een financiering."
Ondertussen wint het uitgangspunt dat er voorwaarden gesteld moeten worden aan nieuwe steun voor bedrijven steeds meer terrein in de politiek. Bijvoorbeeld omscholing van medewerkers naar beroepen waar tekorten bestaan. Dat nieuwe Haagse geluid lijkt het aanvankelijke motto 'geen bedrijf of baan gaat door corona verloren' nu wel te hebben overstemd.