Miljoenen wormen ingezet om 'terrormier' te bestrijden in Rotterdam
Miljoenen kleine wormen moeten een eind maken aan een mierenplaag in de Rotterdamse wijk Hillegersberg. De aaltjes wormen moeten de poppen en larven van de mier, het mediterraan draaigatje, infecteren met een bacterie die de larven opeet. De buurt heeft al vijf jaar overlast van de mierensoort.
Eerdere bestrijdingsmethoden werkten niet. Daarom heeft de gemeente nu in overleg met het Kennis en Adviescentrum Dierplagen en het Kenniscentrum Insecten besloten een proef te doen met de wormpjes.
Natuurlijke vijand
De aaltjes zijn een natuurlijke vijand van de mierensoort en werken als een biologisch bestrijdingsmiddel dat ongevaarlijk is voor mens en dier. Ze zijn doorzichtig en niet met het blote oog te zien. De beestjes zijn aangevoerd in grote tanks met water en worden met miljoenen tegelijk in de grond verspreid met een tuinslang en spuit.
Buurtbewoners hopen dat er snel een eind komt aan de plaag van de 'terrormier'. "Het wordt steeds erger. Eerst zaten ze alleen in de vensterbank, nu kom ik ze ook tegen in de keuken. Iedere ochtend stofzuig ik eerst alle mieren weg. Het is heel vervelend", vertelt een vrouw aan Rijnmond.
Volgens mierenexpert Jitte Groothuis is de bestrijding van de mierensoort lastig omdat in een kolonie niet één, maar minstens tientallen koninginnen nieuwe eitjes maken. Als de proef op de testlocatie slaagt, moet de hele wijk behandeld worden.
De projectleider van de test zegt tegen de regionale omroep: "Wij hopen dat dit het nest gaat uitputten maar daar hebben we nog wel een lange adem voor nodig en meerdere behandelingen."
Het mediterraan draaigatje is een mierensoort die oorspronkelijk in Zuid-Europa voorkomt en van warmte houdt. In Nederland zitten de mieren volgens het Kenniscentrum Insecten vooral bij tegels, muren en tuinen met weinig planten die makkelijk opwarmen door de zon. De diersoort zou hier terechtgekomen zijn met grond van pot- en tuinplanten.