In de horeca vallen de hardste klappen: de sector 'staat nu in brand'
Een contract voor een jaar, nulurencontracten, of werken via een uitzendbureau: Nederland telde in 2019 zo'n 1,9 miljoen flexwerkers, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag. Een groot deel van deze groep krijgt of heeft het al het zwaar te verduren door de coronacrisis.
Vooral in de horeca werken veel flexibele werknemers. 131.000 kelners, barmannen en -vrouwen hebben een flexibel contract, zo'n 55.000 keukenhulpen en 17.000 koks. Door de coronamaatregelen is vooral hun positie onzeker geworden, zeggen zowel het CBS als de vakbonden.
We laten vier flexwerkers uit de horeca aan het woord over hoe de crisis hen heeft geraakt.
Waar vallen de klappen?
Vanmorgen bleek uit een onderzoek van Maurice de Hond in opdracht van vakbond CNV dat bijna de helft van de uitzendkrachten, 49 procent, geen of vrijwel geen werk meer heeft door de coronacrisis. Volgens het CNV vallen in de horeca de hardste klappen.
De FNV, de grootste vakbond van het land, waarschuwde eergisteren dat 800.000 flexwerkers, dus niet alleen uitzendkrachten maar ook bijvoorbeeld mensen met een tijdelijk contract, hun baan zouden kunnen verliezen.
"Zeker de helft zijn mensen die in de horeca werken", zegt Edwin Vlek, sectorbestuurder van FNV Horeca. "Nulurencontracten worden in veel gevallen niet doorbetaald en werknemers met een tijdelijk contract krijgen te horen dat hun contract niet wordt verlengd. Terwijl de NOW, de overheidsbijdrage aan werkgevers die mensen doorbetalen, wel degelijk ook voor flexwerkers is bedoeld."
Als ik kijk naar de horecasector, die staat nu in brand.
Max Broersen (29) is zelfstandig kok. Hij zou per 1 april beginnen in een brasserie in Zeeland, maar dat ging vanwege de coronacrisis niet door. Nu zit hij thuis met een uitkering. "We hebben afgesproken dat we weer contact hebben als de maatregelen worden opgeheven."
Broersen vreest dat de Zeeuwse economie bij lang aanhoudende maatregelen zware klappen krijgt, omdat de provincie zo afhankelijk is van het toerisme. "Een zomerseizoen is cruciaal voor Zeeland. Anders worden het twee winters achter elkaar."
Over alternatieven voor een baan in de horeca wil Broersen nog liever niet nadenken. De kok heeft ook een opleiding in de zorg, maar zou daar nu niet aan de slag willen. "Dat trekt veel minder omdat de zorg zo ontzettend onder druk staat."
Ik zei vandaag tegen mijn verloofde dat we al met al toch geluk hebben: we zijn niet ziek.
Suzanna de Bruin (26) had tot voor kort een tijdelijk contract in een restaurant bij een hotelketen in de buurt van Arnhem. "Ik zat op een promotie naar supervisor te wachten." Maar in plaats daarvan kreeg ze juist te horen dat haar contract niet verlengd wordt. "Ik werd thuis gebeld, twee uur voor ik op het werk zou beginnen."
Nu verruilt ze het horecawerk voor een baan als medewerker op een klantenservice. "Hulpvragen beantwoorden op een nulurencontract via een uitzendbureau. In eerste instantie voor drie maanden. Maar je kunt ook binnen een week weer op straat staan."
De Bruin moest wel, want ze heeft een inkomen nodig. "We gaan in augustus trouwen. Er moet nog geld apart gelegd worden."
Mensen, denk er niet te licht over. Want er zijn er heel veel zoals ik die nu in de problemen zitten.
Trudy van Klaveren (50) was na een zwaar scooterongeluk, tien maanden geleden, net weer aan het werk in een restaurant in de buurt van Rotterdam. Maar toen kreeg ze te horen dat ze weer op straat stond. "Ik was naïef. Ik dacht dat ik kon blijven, dat we zouden gaan thuisbezorgen." Haar baas ontsloeg haar omdat ze nog in de proeftijd zat.
Van Klaveren zit nu in de Ziektewet. "Ik krijg nog geen 300 euro per week." Ze vindt het zwaar omdat ze ook andere verhalen hoort. "Er is wel wat geregeld voor nulurencontracten, maar niet voor mensen zoals ik die achter het net vissen."
Hoopvol over de toekomst is ze nu niet, omdat haar werkgever de zaak inmiddels heeft verkocht. "Als de horeca straks weer opengaat, zit er dan wel iemand te wachten op iemand van 50? Ik ben wel aan het solliciteren, maar je hoort soms helemaal niks terug. Ik heb de moed verloren."
Na twee jaar op een nulurencontract, heb ik nu een vaste baan voor 20 uur.
Toch heeft een enkele flexwerker ook geluk. Jeannette Thomaes (57) werkt al een jaar of negen in de horeca. Ze had een oproepovereenkomst voor 20 uur in de week bij een strandpaviljoen in Cadzand-Bad. Toen ze door haar baas benaderd werd om over het werk te praten, vreesde ze even het ergste. Maar hij bood haar juist een vaste baan aan voor dezelfde 20 uur in de week. "Heel fijn! Dat geeft een goed gevoel."
Haar werkgever deed een beroep op de Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW). De zaak is nu dicht. "We worden wel om beurten opgeroepen om af en toe schoon te maken."
Ook Thomaes hoopt dat de maatregelen straks weer versoepeld worden, maar vreest tegelijk ook dat het virus dan misschien toeslaat. "Nu zie je niemand, nu is de kans op besmetting nul. We willen wel graag terug, maar wel veilig."