Minister Hoekstra van Financiën

'Ministers van Financiën gaan 250 miljard euro opzijzetten voor coronacrisis'

Er komen geen Europese staatsleningen, ook wel bekend als euro- of coronabonds, om de coronacrisis te bestrijden. Nederland zal zich later vandaag bij een videovergadering van Europese ministers van Financiën met hand en tand verzetten tegen zulke leningen. Bronnen in Brussel zeggen wel dat de ministers gaan afspreken om bijna 250 miljard euro beschikbaar te stellen uit de pot van het ESM (Europees Stabilisatiemechanisme), die speciaal is bedoeld voor noodsituaties.

Dat geld moet specifiek gebruikt gaan worden voor met name de medische gevolgen van de coronacrisis. Spanje zou op die manier 28 miljard euro kunnen krijgen en Italië 39 miljard euro. Als landen meer geld willen, dan gelden voorlopig de oude regels: eerst bezuinigen en de begroting op orde brengen.

De Europese ministers praten vanavond over een groot aantal plannen en ideeën. We zetten ze op een rij:

Het 'liefdadigheidsfonds'

Nederland wil een fonds waar 1 miljard euro in wordt gestort. Minister Hoekstra noemt het een gift, om te laten zien dat we wel degelijk solidair zijn. Andere landen kunnen er ook geld in storten. Nadeel: de zuidelijke landen zitten niet op wat ze noemen misplaatste liefdadigheid te wachten, hoewel de Franse minister van Financiën Bruno Le Maire het een positief gebaar noemde.

Speciaal fonds

Le Maire heeft echter een beter plan, vindt hij zelf. Frankrijk wil een speciaal fonds instellen voor de komende vijf tot tien jaar, buiten de huidige financiële afspraken om, voor leningen aan EU-landen die het nodig hebben. Die leningen moeten gegarandeerd worden door alle EU-lidstaten.

Marshallplan

De Spaanse premier Sanchez wil graag een variant van het Marshallplan, waarmee de VS Europa na de Tweede Wereldoorlog economisch weer overeind hielp. Massale investeringen in alle EU-landen om niet alleen het virus te bestrijden, maar vooral om de economieën van de lidstaten er na de crisis bovenop te krijgen. Alle middelen om dat te financieren zijn wat hem betreft toegestaan.

We zitten nu in een winterslaap wat betreft de economie, maar als we daaruit wakker worden is het volle kracht vooruit. En dus is Spanje voorstander van Europese obligaties, zogenoemde eurobonds. Geld om een herstart te maken als het virus eenmaal is uitgeraasd.

Coronabonds

Premier Conte van Italië was de eerste die de eurobonds, de Europese staatsleningen, 'coronabonds' noemde. Extra staatsleningen die de economie overeind kunnen houden. Met als groot voordeel dat de rente lager is, doordat het Europese leningen zijn en dus ook de sterke economieën zoals die van Duitsland en Nederland garant staan. Daar profiteren de zuidelijke landen van: als die op eigen houtje geld moeten aantrekken, betalen ze veel meer rente, omdat de leningen als riskanter worden beschouwd.

Maar Conte zegt dat 'coronabonds' niet over het verleden gaan. In een interview op de Duitse tv verklaarde hij: "Ik verlang niet van de Duitse burgers dat ze de in het verleden opgebouwde Italiaanse schuld betalen. We verdelen alleen nieuwe schulden die door de strijd tegen de pandemie zijn ontstaan."

Alleen: de noordelijke landen, waaronder Duitsland en Nederland, voelen weinig voor die Europese obligaties. Zij vinden dat ze daarmee de financiële problemen uit het verleden van landen als Italië en Spanje moeten oplossen.

Het noodfonds

Het meest kansrijke plan is steun uit het ESM (het Europees Stabilistiemechanisme), een Europees noodfonds voor crisissituaties. Nederland wil het geld daaruit alleen gebruiken om de medische gevolgen van de crisis te bestrijden.

Wanneer landen geld voor andere doeleinden nodig hebben moeten ze wat Den Haag betreft aan de voorwaarden voldoen die altijd aan steun uit deze pot worden gesteld, zoals bezuinigingen en hervormingen. Nederland accepteert wel dat de voorwaarden minder strikt worden toegepast, bijvoorbeeld door geen driemanschap (trojka) te laten controleren of het geld goed wordt besteed. Dat gebeurden bijvoorbeeld bij Griekenland in de financiële crisis.

Deeltijd-ww

In Brussel bestaat het plan om 37 miljard euro beschikbaar voor het midden- en kleinbedrijf. Dat geld is afkomstig uit regionale fondsen, waarvan nog een deel in kas zat. Probleem is dat het geld niet in de meest getroffen regio's terecht komt, maar vooral in regio's in Polen en Hongarije waar maar weinig coronapatiënten zijn.

Daarnaast wil de Europese Commissie honderd miljard euro reserveren voor deeltijd-ww. Geïnspireerd door de positieve effecten van die maatregel in de vorige crisis, vooral in Nederland en Duitsland, wil de commissie dat werknemers hoe dan ook bij bedrijven in dienst blijven. Het idee is dat ondernemingen meteen kunnen opschalen op het moment dat het beter gaat en ze niet eerst werknemers op de arbeidsmarkt moeten zoeken.

Tot slot is er de Europese Investerings Bank (EIB), die plannen heeft voor wat heet een pan-Europees garantiefonds van 200 miljard euro, vooral bestemd voor het midden- en kleinbedrijf.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl