NOS Nieuws

Vluchtelingenkampen in Libanon strijden tegen corona met bleek en Dettol

  • Daisy Mohr en Oumaima Abalhaj

  • Daisy Mohr en Oumaima Abalhaj

Hoe blijf je de hele dag binnen als vluchteling met een grote familie in een veel te kleine zelfgemaakte tent? Het is een van de vele uitdagingen voor vluchtelingen in Libanon. Met een steeds groter aantal besmettingen wordt gevreesd dat het een kwestie van tijd is voordat het coronavirus als een lopend vuurtje door de kampen gaat.

In Libanon wonen anderhalf miljoen Syrische en Palestijnse vluchtelingen verspreid over honderden vluchtelingenkampen. Een op de vier mensen in het land is vluchteling en leeft in omstandigheden die we ons in Nederland nauwelijks kunnen voorstellen.

"We blijven de tent schoonmaken. We wassen onze handen met Dettol, we wassen de tent ermee, we badderen onze kinderen zelfs met dit ontsmettingsmiddel in de hoop dat het virus hier niet zal komen", zegt de Syrische Oum Ratib, die al dik acht jaar in een kamp in Libanon woont.

Zo gaat het eraan toe in zo'n kamp:

De coronacrisis bestrijden? In vluchtelingenkampen is een gebrek aan alles

Ratib ontvluchtte de oorlog in Syrië en woont sindsdien niet meer in haar comfortabele appartement in een buitenwijk van Damascus, maar in een zelfgemaakte tent in een olijfboomgaard. Met haar man en vier kinderen probeert ze er het beste van te maken. Ze zijn afhankelijk van donaties, want werk is er al jaren niet.

Hulporganisaties doen hun uiterste best voorlichting te geven over het coronavirus, maar er zijn allerlei obstakels waar ze dagelijks tegenaan lopen. Hoe moet je vluchtelingen bijvoorbeeld uitleggen dat ze goed en vaak hun handen moeten wassen als er nauwelijks water of zeep beschikbaar is?

'Kans klein dat corona de kampen overslaat'

Veel Syrische vluchtelingenkampen zijn sinds kort van de buitenwereld afgesloten uit angst dat bezoekers het coronavirus met zich meebrengen. "De kans is klein dat de kampen besmettingen kunnen vermijden", zegt Sally Abikhalil, directeur van Oxfam in Libanon. Ook personeel van hulporganisaties mag de kampen maar af en toe bezoeken. Dat vormt een belemmering voor de toevoer van water en hulpgoederen.

"Was je handen, nies in je elleboog, raak je gezicht niet aan", legt een Oxfam-medewerker uit. Een groepje hulpverleners gaat van tent naar tent en legt geduldig uit hoe mensen zich het best kunnen beschermen tegen het onzichtbare virus, waar veel vluchtelingen nog maar weinig van weten.

Voorlichting mag niet in grote groepen maar gaat per familie. "Mocht het virus zo'n dichtbevolkt kamp bereiken, dan zal het als een lopend vuurtje rondgaan", vreest Abikhalil. De vraag is hoe besmette mensen zich dan kunnen isoleren. "Dat is eigenlijk onmogelijk in deze setting. Tenzij we daar speciale tenten voor neerzetten, maar dat kost tijd."

Onder normale omstandigheden al weinig hulp

In de kampen woont iedereen bovenop elkaar en zijn de voorzieningen slecht. Water moet met vrachtwagens aangevoerd worden en onder normale omstandigheden is er al te weinig hulp. Nu Libanon op slot zit, wordt het voor deze kwetsbare groep nog ingewikkelder. Bovendien is het land bankroet en kan het niet eens voor de eigen bevolking zorgen, laat staan voor zoveel vluchtelingen.

De angst onder de vluchtelingen is op sommige plekken groot. Drie keer per dag wast Oum Ratib de gemeenschappelijke wc's, die honderden vluchtelingen met elkaar delen. "En verder blijven we binnen. Iedereen moet de komende 15 dagen zoveel mogelijk binnen blijven. Ik hou mijn kinderen binnen."

We sterven hier elke dag. Moeten we ons ook nog zorgen maken om corona?

Vluchtelingen in kamp Bourj al Brajneh

Ook in de verschillende Palestijnse kampen in Libanon zijn grote zorgen. Hoewel mensen daar niet in tenten wonen, zijn de leefomstandigheden slecht en wonen heel veel mensen dicht op elkaar.

"Er zijn mensen die heel bang zijn, er zijn er ook die zich er niets van aantrekken. Zij zeggen: 'Ons leven is al ingewikkeld genoeg, we sterven hier elke dag. Moeten we ons ook nog zorgen maken om corona?'", vertelt Mariam al Shaar. Ze is directeur van een vrouwenorganisatie in Bourj al Brajneh, een kamp aan de rand van Beiroet waar 45.000 mensen dicht op elkaar wonen.

In het kamp zijn nog geen besmettingen bevestigd. Voor vluchtelingen is het vrijwel onmogelijk zich te laten testen of een dokter te bezoeken. Waarschijnlijk zal een uitbraak pas duidelijk worden als de aantallen zieken toenemen of de eerste sterfgevallen er zijn. Abikhalil: "We proberen ons zoveel mogelijk voor te bereiden op het moment dat dit zal gebeuren."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl