Rekenkamer: leiding weet niet hoeveel politiemensen inzetbaar zijn
De landelijke politietop heeft geen duidelijk beeld van het aantal politiemensen dat inzetbaar is. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer na onderzoek. In de praktijk is veel minder personeel daadwerkelijk inzetbaar, en daardoor staan belangrijke taken van de politie onder druk.
Volgens de Rekenkamer zijn politiemensen gemiddeld 71,4 procent van hun tijd inzetbaar. Daarbuiten kunnen ze niet worden ingezet, vanwege verlof, ziekteverzuim of het volgen van opleidingen. Tussen de verschillende basisteams is er een groot verschil in inzetbaarheid. Die schommelt tussen de 64,4 en 77,8 procent.
Maar in de praktijk is het aantal echt beschikbare politiemensen nog lager. Dat komt door vaste vrije dagen, vierdaagse werkweken, deelname aan de Mobiele Eenheid en ontheffingen van nachtdiensten die sommige politiemensen hebben. Dat slaat verspreid door het land gaten in de bezetting, vooral in de nacht en op bepaalde dagen.
Politiebureaus dicht
"Het gevolg hiervan is dat er een vicieuze cirkel kan ontstaan, waarbij een kleine groep medewerkers wordt overvraagd", schrijft de Rekenkamer. Wezenlijke taken, zoals het bieden van noodhulp, het handhaven van de openbare orde, de wijkagent en het openhouden van politiebureaus komen daardoor in het gedrang.
De landelijke korpsleiding heeft daar een vertekend beeld van, concludeert de Rekenkamer. Die heeft alleen in grote lijnen zicht op de inzetbaarheid van medewerkers. De informatievoorziening moet verbeterd worden.
In een reactie zegt de korpsleiding het niet eens te zijn met de conclusie dat de leiding een incompleet beeld heeft van de inzetbaarheid. De druk op politiemensen is al langere tijd te groot, maar er wordt gewerkt aan verbeteringen in de informatievoorziening. Leidinggevenden weten dan beter hoe het staat met met zaken als ziekteverzuim, bezetting en financiën.