Recordhoge waterschapsbelasting door natte winters en droge zomers
Nederlanders gaan dit jaar weer meer betalen aan waterschapsheffingen. Ruim 3 miljard euro verwachten de waterschappen te innen en dat is ruim 4,5 procent meer dan afgelopen jaar. Dat is de sterkste stijging in ruim tien jaar, constateert het CBS op basis van begrotingscijfers van de waterschappen.
Via de heffingen wordt onder meer de bescherming tegen hoogwater en wateroverlast bekostigd. Dat gebeurt via de watersysteemheffing. De opbrengst daarvan stijgt met ruim 5 procent naar 1,6 miljard euro. De opbrengst van de zuiveringsheffing, voor het reinigen van afvalwater, neemt toe met 4 procent tot 1,4 miljard euro.
Het overgrote deel van de heffingen wordt betaald door huishoudens. De inwoners van een waterschap dragen meer dan driekwart van de lasten. Het resterende kwart komt van boeren en bedrijven.
Heffing verschilt per gebied
Een gezin met een koopwoning met een WOZ-waarde van 248.000 euro is dit jaar gemiddeld zo'n 350 euro kwijt aan waterschapsbelasting. De hoogte van de heffingen kunnen per waterschap verschillen, afhankelijk van de situatie in het gebied.
Zo stijgen bij de waterschappen van Limburg en Friesland de belastingen het hardst. In Limburg zijn de extra opbrengsten uit de watersysteemheffing onder meer nodig om het hoogwater in de Maas het hoofd te kunnen bieden. De heffingen in de provincie liggen nog wel ruim onder het landelijke gemiddelde.
In Friesland is extra geld nodig om bijvoorbeeld de gevolgen van langdurige droogte te ondervangen. Alle 21 Nederlandse waterschappen geven aan dat de natte winters en droge zomers leiden tot extra kosten.