Ouders hebben invloed op wanneer je gaat trouwen of samenwonen
Ouders hebben een grote invloed op de liefdesrelaties van hun kinderen. Dat concludeert sociaal-wetenschapper Anne Brons in haar promotieonderzoek. Of je liever wil samenwonen in plaats van trouwen of andersom bijvoorbeeld, wordt volgens haar onderzoek mede bepaald door de opleiding van je ouders, en of ze wel of geen relatie hebben.
"Wat je ziet is dat jongvolwassenen met hoogopgeleide ouders, vaak later gaan samenwonen en ook later gaan trouwen", legt Brons uit in het NOS Radio 1 Journaal. "De reden kan zijn dat hoogopgeleide ouders hun kinderen stimuleren door te zeggen: ga jij je eerst maar eens focussen op je carrière. Ga maar niet te snel trouwen of samenwonen, doe maar rustig aan."
De relatiestatus van de ouders is volgens haar ook van invloed op relaties van jongvolwassenen. "Als je ouders hebt die zijn gescheiden, dan ga je eerder samenwonen in plaats van trouwen. Je staat vaak negatiever tegenover het huwelijk."
Bij hoogopgeleide ouders wordt een echtscheiding bij jongvolwassenen vaak meer geaccepteerd.
In tegenstelling tot jongvolwassenen met lageropgeleide ouders, blijken kinderen van ouders met een hogere opleiding een grotere kans te hebben om te scheiden. "Die ouders hebben vaak liberalere normen en waarden. Daar wordt een echtscheiding over het algemeen meer geaccepteerd."
Ook hebben ouders met een hogere opleiding vaak meer geld, waardoor ze in het geval van scheiding financiële hulp kunnen bieden aan hun kinderen. Toch is dat beeld de afgelopen jaren wel veranderd, zegt Brons. "Het rare is dat jongvolwassenen met een lagere opleiding, tegenwoordig juist een grotere kans hebben op een scheiding", zegt Brond. "Dat had ik zelf ook niet verwacht."
Volgens Brons heeft dat te maken met het feit dat scheiden tegenwoordig 'normaler' is geworden. "Vroeger was scheiden een elite-keuze. Alleen mensen met een hoge status en veel geld konden kiezen voor scheiding."
Als je ouders hebt die zijn gescheiden, sta je vaak negatiever tegenover het huwelijk.
Het onderzoek is niet alleen in Nederland gedaan, maar in twintig Europese landen. En wat blijkt? Waar jongvolwassenen wonen, bepaalt ook nog eens hoe sterk de invloed van ouders is op de demografische keuzes.
Zo is de invloed van ouders in Scandinavische landen als Noorwegen en Zweden veel minder sterk. Maar in bijvoorbeeld Italië, Bulgarije of Hongarije is de invloed van ouders weer veel sterker dan in Nederland. Brons: "De reden daarvoor is dat als je individualistischer bent als land, dus als de familie minder een rol speelt, dan is de invloed van ouders ook zwakker."