Aantal langdurig thuiszittende leerlingen weer omhoog, nu bijna 5000
Het lukt nog steeds niet om langdurig thuiszittende leerlingen met een leerplicht weer naar school te krijgen. Het aantal kinderen dat langer dan drie maanden niet naar school gaat, is in 2019 gestegen naar 4790. In 2018 ging het om 4479 thuiszitters.
Deze leerlingen gaan om uiteenlopende redenen niet naar school. Ze hebben psychische of fysieke problemen, worden gepest, hebben overgewicht of kampen met overmatig cannabisgebruik. Sommigen hebben ernstige problemen thuis, of de school kan niet de geschikte hulp, het zogenoemde passend onderwijs, aanbieden.
Naar nul
De vorige staatssecretaris van Onderwijs, Sander Dekker, kwam met een plan om het aantal thuiszitters zonder passende onderwijshulp in 2020 naar nul terug te brengen. Er werd een Thuiszitterspact afgesloten met allerlei onderwijsorganisaties en gemeenten. Maar het aantal blijft stijgen.
Ontwikkeling aantal thuiszitters
Schooljaar | Aantal leerplichtigen dat langer dan 3 maanden thuiszit | |
2014 - 2015 | 3892 | |
2015 - 2016 | 4194 | |
2016 - 2017 | 4214 | |
2017 - 2018 | 4479 | |
2018 - 2019 | 4790 |
Minister Slob betreurt de stijging. "Dat gaat ons aan het hart, omdat ieder kind recht heeft op goed onderwijs en goede zorg en we leggen ons daar dus niet bij neer", schrijft de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Hij ziet wel een aantal positieve ontwikkelingen. Zo zijn 2480 thuiszitters wél terug naar school gegaan, maar dat heeft geen invloed op de stijgende lijn.
Hij ziet ook dat scholen en hulpverleners meer mét de kinderen en de ouders praten, in plaats van óver het kind. En gemeenten en samenwerkingsverbanden vinden tegenwoordig sneller een oplossing. Slob: "Ik zie dat de afgelopen jaren de aandacht voor deze kwetsbare groep is toegenomen. Dat is een goed teken."