In herdenkingsjaar heeft koning Willem-Alexander weer de verbindende rol
Koning Willem-Alexander besteedt deze dagen veel tijd aan herdenken en vieren. Afgelopen week was hij in Israël bij het World Holocaust Forum, morgen is hij bij de internationale Auschwitzherdenking in Polen, 75 jaar na de bevrijding van het concentratie- en vernietigingskamp. In juni gaat de koning tijdens het herdenkingsjaar ook op staatsbezoek naar Duitsland.
Het is niet meer dan logisch dat de koning op tal van plekken binnen en buiten Nederland uitvoerig bij het einde van de Tweede Wereldoorlog stilstaat. Een belangrijke taak van de koning is om te verbinden, om een koning van en voor alle Nederlanders te zijn.
Herdenken en verbondenheid horen bij elkaar, blijkt ieder jaar opnieuw uit het 'vrijheidsonderzoek' dat het Nationaal Comité 4 en 5 mei laat uitvoeren. De inwoners van Nederland voelen zich ook het meest met elkaar verbonden op 4 mei, is daarin te lezen. De verbondenheid is tijdens de twee minuten stilte zelfs aanzienlijk groter dan wanneer het Nederlands elftal speelt, of op Koningsdag.
Omstreden
Het koningshuis zelf is natuurlijk ook sterk verbonden met de Tweede Wereldoorlog. Vanuit Londen en Canada was de koninklijke familie een belangrijke inspiratiebron voor het verzet.
De reputatie van Willem-Alexanders grootvader prins Bernhard raakte echter ook omstreden, onder meer omdat historici later ontdekten dat hij in de jaren dertig lid was geweest van de NSDAP. Zelf ontkende hij dat, maar hij gaf wel toe dat hij een tijd lid was geweest van een afdeling van de SS.
Veel Nederlanders maakten vanwege diens Duitse afkomst aanvankelijk ook bezwaar tegen Willem-Alexanders vader prins Claus. Hij was verplicht lid geweest van de Hitlerjugend en had in Italië gediend in de Wehrmacht, maar uit onderzoek van historicus Loe de Jong bleek al snel dat hem persoonlijk niets te verwijten viel.
Schuldgevoel
Volgens Willem-Alexander bleef zijn vader zich toch zijn hele leven lang medeverantwoordelijk voelen voor de Tweede Wereldoorlog, zo zei hij in het televisie-interview voor zijn vijftigste verjaardag. Claus liet zijn zonen zelf kennismaken met de rol van de Duitsers in de geschiedenis. Zo ging hij in 1995, vijftig jaar na de bevrijding, met zijn drie zonen naar Auschwitz, buiten het zicht van de camera's.
Ook Marjoleine Oppenheim, wier moeder het kamp overleefde, was bij dat bezoek, samen met haar stiefvader Loe de Jong die het standaardwerk Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog schreef. Volgens Oppenheim had Claus een enorm schuldgevoel.
"Ik denk dat hij zijn zoons duidelijk wilde maken waar zijn niet uit te leggen schuldgevoel vandaan kwam. Als je er rondwandelt en iemand vertelt wat ze heeft meegemaakt, kruipt dat kamp in je - bijna fysiek. Claus wilde het beeldend maken, zijn zoons hadden kennis uit boekjes en hij wilde hun het gevoel geven dat daarbij hoort, die beklemming", zei ze eerder in een interview met de Volkskrant.
Relevantie
De herdenkingen bieden Willem-Alexander de kans om te laten zien dat het koningschap nog relevant kan zijn. Vanuit binnen- en buitenland ontvangt hij uitnodigingen om te komen herdenken of vieren.
Op deze momenten wordt zijn aanwezigheid sterk gewaardeerd, zo bleek bijvoorbeeld afgelopen week in Israël in verzorgingshuis Beth Juliana waar de koning naar de oorlogsverhalen van Nederlandse overlevenden van de Holocaust luisterde.
Hij doet er dan nog altijd toe, terwijl hij op veel andere terreinen, zoals de politiek, steeds meer buitenspel is komen te staan. De rol van verbinder die boven de partijen staat, zoals hij die graag op zich neemt, komt tijdens zo'n herdenkingsjaar vanzelfsprekend tot uitdrukking.