American dream voor Belgische filmmakers Adil en Bilall

Ze hadden al drie speelfilms op hun naam staan, maar tot voor kort waren Adil El Arbi en Bilall Fallah nog betrekkelijke nobody's in de internationale filmwereld. Nu niet meer. Met de première van Bad Boys For Life maakten de Belgisch-Marokkaanse filmmakers deze week hun Hollywooddebuut. Hun succes staat niet op zich. Waarom doet de Belgische cinema het de laatste jaren zo goed?

Bad Boys For Life moet een kaskraker worden en heeft ook alles om dat mogelijk te maken: een budget van 100 miljoen dollar en Will Smith en Martin Lawrence in de hoofdrollen. Voor de regisseurs, twee vroege dertigers die in België eigenlijk altijd en door iedereen genoemd worden bij hun voornamen, is het een droom die uitkomt.

Vanaf donderdag draait Bad Boys For Life ook in Nederland. De film zit vol explosies, schietpartijen en achtervolgingen. Het is een eerbetoon aan actiefilms in de jaren negentig en vroege jaren 2000 van filmmakers als Michael Bay en Jerry Bruckheimer.

Het is echt een Adil en Bilall-film, vertelt Adil El Arbi,bij de première in Brussel:

Het succes van het filmduo staat niet op zichzelf. De Belgische cinema valt de laatste tijd opvallend vaak (bijna) in de prijzen met internationaal gecaste acteurs als Matthias Schoenaerts en succesvolle regisseurs als Felix Van Groeningen, Fien Troch en de gebroeders Dardenne.

Filmkenner Ward Verrijcken van de VRT ziet dat ook. "Je voelt gewoon al een aantal jaren dat er echt een nieuwe generatie van cineasten is die echt heel erg goede cinema maakt, dramatisch, narratief en visueel, maar die ook publieksvriendelijke cinema kunnen maken. Die combinatie wordt ook in het buitenland heel erg gewaardeerd."

Volgens Verrijcken oogsten Belgische films momenteel vaker internationaal succes in het dan de Nederlandse. "Omdat in Nederland, denk ik, veel te veel met commerciële belangen rekening wordt gehouden. En als er dan meer artistieke films worden gemaakt, dan is dat met een stijl die niet altijd even goed getroffen is."

Adil El Arbi is dat ook opgevallen. "Het is een beetje zoals bij het voetbal hè. België is nu ook goed bezig en Nederland? Ik weet het niet zo. Nederland heeft in het verleden wel Oscars gewonnen voor beste buitenlandse film, België nog niet, maar de laatste tijd is het aan het veranderen."

Eigenzinniger

De filmscene in Vlaanderen en Wallonië is verschillend, maar in beide delen van België zijn fimmakers eigenzinniger, zegt El Arbi. "Ze durven meer echt eigen artistieke keuzes te maken. In Nederland heb ik het gevoel dat het heel commercieel is, dat ze alleen kijken naar aantallen kijkers, en niks anders dan dat."

Maar Bad Boys for Life is toch ook een commerciële film? "Ja, dat is waar, We gaan niet proberen een Palme d'Or op het filmfestival in Cannes te winnen. De bedoeling is dat de film een zo breed mogelijk publiek bereikt, dat het een commercieel succes is, en aan de andere kant proberen we er ook een klein beetje ziel en emotie in te steken."

Bij de première in Brussel waren gisteravond veel fans, ook jonge filmliefhebbers die geïnspireerd zijn door het succes van Adil en Bilall. "Ik wil zelf ook de cinema in", vertelt Abdel, een van de bezoekers. "Ze zijn een voorbeeld voor mij. Ze zijn begonnen in Brussel en nu hebben Hollywood bereikt."

De regisseurs van Bad Boys for Life vinden die voorbeeldfunctie prima. "Wij zijn van Marokkaanse origine. Het is moeilijk om iets te bereiken in de filmwereld. Dus als we de vlam kunnen aanwakkeren bij de jonge generatie, jongeren die ook graag films zouden willen maken, dan hebben we iets positiefs gedaan."