'Twee musea hanteren quotum voor werk van vrouwelijke kunstenaars'
Twee Nederlandse musea hanteren een vrouwenquotum bij het inkopen van kunst. Ze willen zo de man-vrouwverhouding van kunstenaars in de collectie in evenwicht houden.
Het gaat om het Van Abbemuseum in Eindhoven en het Fries Museum (voor de hedendaagse collectie), blijkt uit onderzoek van de Volkskrant. Zo is zeker de helft van het werk dat het Van Abbemuseum inkoopt van vrouwelijke kunstenaars.
Een derde museum, het Museum Arnhem, had een quotum maar laat aan de NOS weten dat inmiddels niet meer nodig te hebben: al jaren bestaat meer dan de helft van de collectie in het museum uit werken van vrouwen.
Het museum gaat daarin voorop, en voert als een van de eerste musea in het land sinds begin jaren 80 het beleid dat ten minste de helft van de werken van vrouwen moeten zijn. "Begin jaren 80 hanteerden wij een quotum. Dat was een middel om dingen recht te trekken. Dat is nu niet meer nodig", legt Saskia Bak, directeur van Museum Arnhem, uit.
'Veel kwaliteit'
Moeilijk is het niet om goede werken van vrouwelijke kunstenaars te vinden, aldus Bak. "Wij verzamelen op kwaliteit, dat doet ieder museum. Er worden op dit moment ontzettend veel kunstenaars opgeleid, onder wie veel vrouwen. Daar zit heel veel kwaliteit tussen."
Sinds 1980 is 62 procent van de collectie van het museum van de hand van vrouwelijke kunstenaars. Als je alleen naar de aankopen sinds 1990 kijkt is dat zelfs 80 procent. Dat was begin vorige eeuw wel anders, gekeken vanaf 1900 ligt het percentage op 30 procent.
Daar is een eenvoudige verklaring voor, zegt Bak: "De kunstgeschiedenis werd heel lang door mannen gedomineerd. Dan krijg je een soort cirkel: er was veel aandacht voor mannelijke kunstenaars en mannen konden beter hun carrière ontwikkelen. Dat was een systeem dat zichzelf in stand hield."
Prijsverschillen
Dat een museum voor ten minste de helft werk van vrouwen inkoopt, wil nog niet zeggen dat ze ook gelijk betaald krijgen. Daarom heeft het Van Abbemuseum sinds vorig jaar de regels aangescherpt. Nu gaat ook de helft van het inkoopbudget naar werk van vrouwen. "Met alleen een evenwicht in aantal en niet in geld vinden wij dat mannen nog steeds het leeuwendeel kregen", aldus directeur Charles Esche tegen de Volkskrant.
Bak, van het Museum Arnhem, ziet bij haar aankopen niet zoveel verschil in prijs tussen mannen en vrouwen. "Maar dat heeft ermee te maken dat wij ons heel erg richten op hedendaagse kunst in ons aankoopbeleid. Daarin zie ik geen prijsverschil meer. Dat is bij andere musea anders."
Andere musea
De Volkskrant deed onderzoek onder 28 musea met kunstcollecties in Nederland. Daaruit blijkt onder meer dat gemiddeld 17 procent van de kunstwerken in de collecties van de musea door een vrouw is gemaakt. De historische stukken zijn daarin niet meegenomen.
Naast de drie musea met quota, zijn er nog drie andere met "expliciet beleid om de historische disbalans tussen mannen en vrouwen in collecties te herstellen", zoals het Stedelijk Museum in Amsterdam. Nog eens zeventien musea geven aan dat ze naar meer evenwicht streven, maar ze formuleren niet hoe.
Daar staat tegenover dat vijf musea geen criteria hanteren voor de verdeling tussen mannen en vrouwen: het Rijksmuseum, Museum Voorlinden, Kunstmuseum Den Haag, Stedelijk Museum Alkmaar en het Groninger Museum. "Ons beleid is het verzamelen en tonen van goede kunstwerken van goede kunstenaars, derhalve hebben we geen specifieke doelen met betrekking tot vrouwelijke kunstenaars", aldus Suzanne Swarts, directeur van Museum Voorlinden tegen de krant.