Vluchtelingenstroom uit Idlib houdt aan
Inwoners van de Syrische provincie Idlib komen steeds meer in het nauw door de aanval die het Syrische regeringsleger vorige week inzette. Mogelijk zijn meer dan 100.000 mensen de afgelopen dagen op de vlucht geslagen.
Het Syrische leger koerst richting de stad Maaret al-Numan. Die ligt aan een belangrijke snelweg die de Syrische hoofdstad Damascus verbindt met Aleppo in het noorden. De weg is al sinds 2012 door de rebellen afgesloten. President Assad zou de weg weer in gebruik willen nemen, schrijft het Amerikaanse persbureau AP.
Dit zijn beelden bij Sayyadi, een buitenwijk in Idlib:
Als gevolg van het geweld, dat vorige week oplaaide, zijn inmiddels 120.000 Syriërs op de vlucht geslagen richting de Turkse grens, zegt de Turkse hulporganisatie Humanitarian Relief Foundation. Dat is aanzienlijk meer dan de 80.000 vluchtelingen waarvan de Turkse president Erdogan eerder nog uitging.
In Turkije zijn nu al zo'n 3,7 miljoen Syrische vluchtelingen. Het land zegt meer vluchtelingen niet aan te kunnen en heeft er daarom bij Rusland op aangedrongen om de aanvallen op Idlib te staken. Rusland steunt samen met Iran de Syrische troepen van president Assad, terwijl Turkije de kant van de Syrische rebellen heeft gekozen.
Beschietingen burgerkonvooien
Ondertussen zitten veel burgers vast in Maaret al-Numan. Zij durven niet te vluchten, zeggen hulpverleningsorganisaties, omdat Russische en Syrische gevechtsvliegtuigen burgerkonvooien beschieten. Moskou en Damascus ontkennen de aanvallen op burgers en zeggen dat ze het gemunt hebben op rebellen.
Volgens de VN zijn in Idlib door het aanhoudende geweld meer dan de helft van de drie miljoen inwoners uit hun huis verjaagd. Regeringstroepen zouden de afgelopen dagen ongeveer 35 dorpen en gehuchten in de buurt van Maaret al-Numan hebben veroverd.