We werken meer uren, maar nauwelijks efficiënter
Om de Nederlandse economie de afgelopen tien jaar te laten groeien, heeft de gemiddelde werkende vooral meer uren moeten maken. Veel efficiënter werd er in die uren niet gewerkt, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Terwijl het aantal gewerkte uren tussen 2008 en 2018 steeg met 5,3 procent, bleef de arbeidsproductiviteit daar met een stijging van 3,9 procent behoorlijk bij achter.
De arbeidsproductiviteit is de opbrengst per gewerkt uur, waarmee economen aangeven hoe efficiënt mensen hun werk doen. Dat dit getal achterblijft, komt volgens het CBS onder meer doordat er meer zelfstandigen bij zijn gekomen. Zzp'ers investeren minder in apparaten die de opbrengst per gewerkt uur omhoog brengen.
Er zijn meer oorzaken voor een matige groei van de arbeidsproductiviteit. Zo lijkt het effect van de ict-revolutie voorbij te zijn. Rond de eeuwwisseling begon de komst van computers in bedrijven zijn vruchten af te werpen. Tussen 1998 en 2008 nam de opbrengst per gewerkt uur daardoor met maar liefst 20 procent toe. Tussen 2008 en 2018 was er van dat effect nog maar weinig over.
Ouderen
Verder maakten de afgelopen tien jaar vooral mensen van 55 jaar en ouder meer uren, terwijl het aandeel van werkenden tussen de 25 en 45 jaar juist is afgenomen. Algemeen wordt aangenomen dat productiviteit van oudere werkenden minder snel toeneemt dan die van jongeren.
Ook heeft de kredietcrisis zijn sporen nagelaten. Niet alleen raakten daardoor relatief veel jonge mensen werkloos, ook is er flink minder geïnvesteerd in machines, auto's en computers.