Ook hof wijst aardbevingsslachtoffers smartegeld toe
Huiseigenaren en huurders in Groningen van wie de woning is beschadigd door aardbevingen, hebben recht op een schadevergoeding vanwege gemist woongenot. Ook hebben ze in sommige gevallen recht op smartegeld. Dat heeft het gerechtshof in Leeuwarden geoordeeld in een hoger beroep dat was aangespannen door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM).
In maart 2017 oordeelde de rechtbank in Assen dat de NAM aansprakelijk was voor de immateriële schade van gedupeerden van aardbevingen als gevolg van gaswinning in Groningen. Onder dergelijke schade viel aantasting van het woongenot door angst, spanning en stress bij bewoners van huizen die zijn beschadigd. De zaak was aangespannen door 127 gedupeerden.
De NAM ging tegen die uitspraak in beroep. De gaswinning uit het Groningenveld vindt plaats op basis van een concessie die door de Staat aan de NAM is verleend. De NAM is een samenwerkingsverband van Shell en Exxon.
Smartegeld van minimaal 2500 euro
Volgens het hof in Leeuwarden is in het aardbevingsgebied sprake van jarenlange, structurele overlast. Eigenaren of huurders aan wier huis minimaal één keer fysieke schade is vastgesteld, moeten een schadevergoeding krijgen vanwege gemist woongenot. Bewoners van wie het huis twee keer of vaker is beschadigd, hebben recht op smartegeld. Daarbij gaat het om een bedrag van minimaal 2500 euro per persoon.
Het hof oordeelt dat 65 van de 127 gedupeerden in zodanige mate schade hebben geleden dat ze recht hebben op een schadevergoeding en/of smartegeld. In een aparte procedure zal worden vastgesteld hoeveel ze krijgen. Tientallen anderen krijgen nog de gelegenheid om aan te tonen dat ook zij recht hebben op een vergoeding.
Belangrijk is wat de 'impact' is geweest van de aardbevingen.
Ook inwoners van het aardbevingsgebied bij wie geen schade aan het huis is vastgesteld of mensen die er een tweede huis hebben, kunnen in aanmerking komen voor een schadevergoeding. Maar dat hangt dan af van de individuele situatie, zegt het hof.
Dat de woning in het aardbevingsgebied ligt, of dat de bewoners aardbevingen hebben gevoeld, is daarbij onvoldoende. "Belangrijk is wat de 'impact' is geweest van de aardbevingen op het woongenot van de individuele eigenaar of huurder. Objectieve gezichtspunten daarbij zijn of door het aardbevingsrisico de waarde van de woning is gedaald en of de woning is gelegen in een (postcode)gebied waarin veel schades aan woningen zijn ontstaan."