Rumoer in Hoge Raad om column over IS-kinderen
Een kritische column over de uitspraak van het gerechtshof in Den Haag over IS-kinderen is een advocaat-generaal van het parket van de Hoge Raad niet in dank afgenomen door haar leidinggevende, de procureur-generaal van het parket. Op de site rechtspraak.nl geeft hij haar publiekelijk een standje.
Het draait om de zaak van IS-kinderen in kampen in Noord-Syrië. De rechtbank oordeelde dat de overheid zijn best moet doen om de kinderen, eventueel met hun moeders, terug te halen naar Nederland. De regering ging daartegen in beroep en het gerechtshof in Den Haag draaide die uitspraak vorige week terug met het argument dat de rechterlijke macht niet op de stoel van de politiek moet gaan zitten.
Strijd
Advocaat-generaal Taru Spronken betoogt in haar column dat "in deze zaak over de ruggen van kinderen een strijd lijkt te worden gevoerd over de verhouding tussen de rechtspraak en de politiek die sinds de Srebrenica- en de Urgenda-zaak op scherp staat". In die twee dossiers oordeelde de rechter ook op een manier die inging tegen het kabinetsbeleid.
Volgens Spronken hebben het Openbaar Ministerie en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) in het belang van veiligheid op lange termijn gepleit voor het terughalen van de kinderen én de vrouwen, zodat die hier kunnen worden berecht.
"Ik had gehoopt dat het hof de moed had gehad over de te maken belangenafweging anders te denken", schrijft de advocaat-generaal in haar column.
Verkeerde keelgat
Dat schoot haar baas in het verkeerde keelgat. Procureur-generaal Jos Silvis wijst er in zijn reactie op dat de column weliswaar op persoonlijke titel is geschreven, maar dat Spronken ook advocaat-generaal is bij het parket van de Hoge Raad en dat de zaak van de IS-kinderen nog door de Hoge Raad moet worden behandeld. Door nu al stelling te nemen zou de onafhankelijkheid van de Hoge Raad in gevaar kunnen komen.
Silvis stelt: "als procureur-generaal bij de Hoge Raad voel ik mij verplicht publiekelijk uit te dragen wat vanzelfsprekend zou moeten zijn, namelijk dat de Hoge Raad in cassatie in deze zaak door een onafhankelijk te nemen conclusie zal worden geadviseerd. Het is vanuit het parket bij de Hoge Raad ongepast tevoren over de juistheid of onjuistheid van een beslissing van een rechter in een lopende zaak publiekelijk stelling te nemen buiten een conclusie om of twijfel te uiten over de rechterlijke moed waarmee een beslissing is genomen."