Olielanden proberen de prijs op te drijven: minder oppompen of niks doen?
André Meinema
Verslaggever economie
André Meinema
Verslaggever economie
Hoe maken we olie duurder? Moeten we nog minder, of juist meer olie oppompen? Het oliekartel OPEC zit met de handen in het haar als het gaat om de prijs van olie, nog altijd de belangrijkste grondstof in de wereld. De prijs van een vat schommelt al maanden rond de 60 dollar, ondanks dat de olielanden de productie hebben beperkt in de hoop dat de prijs zou stijgen.
De OPEC vergadert vandaag en morgen in Wenen, samen met een gelegenheidscoalitie van een tiental sympathiserende landen waaronder Rusland. Het gaat weer over de productie en indirect dus ook over de prijs van benzine en diesel aan de pomp. Benzine schommelt al het hele jaar rond 1,65 euro per liter, die van diesel rond 1,35 euro.
Vorig jaar besloot het oliekartel, met hulp van Rusland (geen lid maar een grote olieproducent), de kraan een beetje dicht te draaien om zo te olieprijs op te drijven. In het najaar van 2018 was de prijs ruim 30 procent gedaald, van 86 dollar voor een vat naar minder dan 60 dollar. De olieproductie werd met 1,2 miljoen vaten per dag teruggeschroefd, tot april volgend jaar.
Maar veel haalde het niet uit. De hoogste prijs dit jaar was 74 dollar, de laagste prijs 56 dollar, maar de meeste tijd ligt de prijs bij 60 à 65 dollar. In september was er even een prijspiekje na raketaanvallen op Saudische olie-installaties. De aanvallen werden opgeëist door Jemenitische rebellen, gesteund door OPEC-lid Iran.
President Trump waarschuwde de OPEC herhaaldelijk de prijs niet op te drijven door aan de oliekraan te draaien. De VS wil juist een lagere olieprijs om Amerikaanse consumenten ter wille te zijn met lagere energie- en brandstofprijzen.
Bovendien heeft de VS de voorbije jaren de productie van schalie-olie enorm opgevoerd. Het land is dit jaar zelfs uitgegroeid tot de grootste olieproducent ter wereld, die dagelijks meer dan 12 miljoen vaten olie naar boven pompt, een miljoen meer dan een jaar geleden. Mede daardoor haalt de productiebeperking van de OPEC ook niet veel uit.
Aan de andere kant zeggen olie-experts dat de schalie-olieproductie in de VS tegen zijn top zit. "In 2020 zal de Amerikaanse olieproductie nog met 2 miljoen vaten toenemen, maar tegen het einde van het jaar raken de beste schalie-velden op. Moeilijkere velden kosten meer en leveren minder op en dan loopt de productie terug", denkt Jan Jaap Verschoor van het Londense Oil Analytics.
De huidige olieprijs staat onder druk door sombere vooruitzichten, denkt Verschoor. "De handelsoorlogen die de VS voert met China en de EU en de vrees voor economische inzinking of zelfs een recessie, verstoren de oliemarkt. Er is niet te veel olie en geen ingezakte vraag; de vraag naar plastic (waarvan olie een grondstof is, red.) blijft groot."
Zo bezien doet de OPEC er beter aan niet te snijden in de olieproductie. "Gewoon niks doen lijkt mij nu het beste. Tenzij de economie in 2020 echt in elkaar zakt natuurlijk."
Sjeiks en oligarchen
De OPEC, een bont gezelschap van sjeiks en landen met grote olievelden, is onderling sterk verdeeld over de koers. Het doel is wel duidelijk: de olieprijs moet omhoog, maar de weg daarheen is dat niet.
Groepsleider Saudi-Arabië ligt overhoop met Iran en Irak. Iran zit in de greep van de VS, de olieproductie in Venezuela is ingestort, en Irak, Nigeria en Libië houden zich helemaal niet aan de gemaakte afspraken over productiebeperking. Tijdelijk doet bondgenoot Rusland nog steeds mee, omdat het land een hogere olieprijs goed kan gebruiken.
Voor nogal wat OPEC-leden is de olie een belangrijke inkomstenbron, zo niet de belangrijkste economische activiteit. De olielanden drijven op olie. Hogere olieprijzen doen de kassa rinkelen, minder olie oppompen kost handenvol geld. Als de olieprijzen stijgen doordat er minder olie de markt op stroomt, compenseert dat uiteindelijk weer de lagere productie.
Vraag daalt in Europa
Wereldwijd wordt de vraag naar olie geraamd op gemiddeld 99,8 miljoen vaten per dag. In de VS ligt de vraag naar olie in 2019 een half procent hoger dan in 2018. In China, India en Afrika is de olievraag rond 2,5 procent gestegen.
In Europa daalde de olievraag juist, onder meer door een minder goed draaiende economie en de groei van schone energiebronnen.
De OPEC is goed voor circa een derde van de wereldwijde olieproductie, in de combi OPEC+ (met Rusland e.a.) zelfs voor de helft.
De IEA, het Internationaal Energie Agentschap, verwacht dat volgend jaar een overschot aan olie wat de olieprijs zal drukken als landen blijven vasthouden aan de huidige productieniveaus. Energiedeskundigen denken dat de prijs zou wel eens naar 50 dollar per vat kan zakken.
Verder wordt olie in toenemende mate gezien als een verdachte en schadelijke fossiele energiebron en een aanjager van de opwarming van de aarde. Hoe eerder hoe liever moet het gebruik ervan teruggedrongen worden. Bij het OPEC-hoofdkantoor in Wenen wordt dezer dagen dan ook fel geprotesteerd tegen de olie-industrie.
Toch kunnen we nog heel veel jaren niet zonder olie en gas als energie- en grondstoffenbron. Energie uit zon, wind en water is bij lange na nog niet in staat om olie en gas te vervangen. Slechts 5 procent van de wereldwijde productie van elektriciteit komt nu uit duurzame energiebronnen.
Ook kernenergie en zelfs kolen- en gascentrales moeten voorlopig bijspringen; is het niet hier, dan wel elders in de wereld, om bijvoorbeeld de groeiende vraag naar energie in landen als China en India op te vangen.
Grootste olieproducenten in 2019 (bron: OPEC Monthly Oil Market Report, november 2019)
Land | Ruwe olieproductie (miljoen vaten per dag) Een vat is 159 liter |
Verenigde Staten | 12,4 miljoen |
Rusland (OPEC+) | 11,4 miljoen |
Saudi-Arabië (OPEC) | 10,3 miljoen |
Canada | 5,4 miljoen |
Irak (OPEC) | 4,6 miljoen |
Verenigde Arabische Emiraten (OPEC) | 3,1 miljoen |
Koeweit (OPEC) | 2,7 miljoen |
Iran (OPEC) | 2,2 miljoen |
Nigeria (OPEC) | 1,8 miljoen |
Angola (OPEC) | 1,4 miljoen |