'Schrikbarend' onderzoek over krimpende vogels door klimaatverandering
Lennart Bloemhof
redacteur Online
Lennart Bloemhof
redacteur Online
Naarmate de temperaturen wereldwijd stijgen, worden vogels steeds kleiner. Uit Amerikaans onderzoek over bijna vier decennia en onder ruim 52 trekvogelsoorten blijken er 49 te zijn gekrompen.
Nederlandse vogelwetenschappers noemen de uitkomsten alarmerend. Volgens gedragsecoloog Jan van Gils zijn krimpende dieren niet zelden een eerste stap naar uitsterving.
Monnikenwerk
Voor het onderzoek zijn ruim 70.000 dode vogels opgemeten. De bulk werd verzameld door Dave Willard, een ornitholoog van het natuurhistorisch museum in Chicago.
Sinds 1978 trekt hij in de herfst en lente 's ochtends door de stad om vogels op te rapen die zich te pletter hebben gevlogen tegen wolkenkrabbers.
In die periode trekken er veel vogels over Chicago, onderweg naar Canada of juist naar het warmere zuiden. Zijn recordvangst op één dag: 300 dode vogels.
De dieren zijn allemaal zorgvuldig opgemeten, gedocumenteerd en opgeslagen door Willard en zijn team van vrijwilligers. In eerste instantie om inzicht te krijgen in de vogels die jaarlijks over Chicago trekken. Het monnikenwerk bleek een goudmijn voor onderzoekers van de Michigan University, die voor hun studie de gegevens van 1978 tot 2016 analyseerden.
Kleinere lijven, grotere vleugels
Daarbij gebruikten ze het onderste deel van het bot in de poot - de zogenoemde tarsus - als gemene deler, omdat dat bot het meest representatief is voor het meten en vergelijken van lichaamslengte.
Het bot bleek bij de vogels met gemiddeld 2,4 procent te zijn gekrompen. De vleugels groeiden in dezelfde periode juist met 1,3 procent. Mogelijk ter compensatie, omdat de kleinere lichamen minder energie hebben voor de lange trektochten.
De wetenschappers denken dat de vogels door kleiner te worden reageren op klimaatverandering. In de broedgronden ten noorden van Chicago steeg de temperatuur de afgelopen veertig jaar bijvoorbeeld gemiddeld met een graad.
Met kleinere lichamen kunnen de vogels makkelijker afkoelen. Om die reden zijn dieren in koudere gebieden vaak groter, omdat ze met grotere lichamen makkelijker warmte kunnen vasthouden.
Hoofdonderzoeker Brian Weeks was vooral verbaasd door het gegeven dat alle soorten op dezelfde manier lijken te reageren op de warmere temperaturen, zegt hij in een persbericht van de universiteit van Michigan.
Het is volgens de wetenschappers het grootste onderzoek ooit naar het effect van klimaatverandering op lichaamsgrootte. Jan van Gils, gedragsecoloog bij onderzoeksinstituut NIOZ, noemt de doorlichting "indrukwekkend" en de uitkomsten "schrikbarend en een slecht teken". Hoewel het hem niet verrast dat de vogels krimpen.
Van Gils deed recent een soortgelijk onderzoek naar de kanoet, een kustvogel die zijn broedgebieden in het noorden van Canada, Europa en Rusland heeft. Daar stijgen de temperaturen wereldwijd relatief het snelst. "Sommige kanoeten waren over 30 jaar liefst 15 procent gekrompen", zegt hij.
Van Gils schreef in 2016 een artikel over zijn onderzoek, dat verscheen in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift Science. "In de literatuur die ik daarvoor bestudeerde zie je dat het een vroege waarschuwing voor uitsterving kan zijn als dieren steeds kleiner worden", zegt hij. "Soms zijn ze een paar eeuwen later dan al uitgestorven. Hoe kleiner, hoe kwetsbaarder. De kanoet gaat nu bijvoorbeeld ook ontzettend hard achteruit."
Evolutie in moordtempo
Zijn collega bij het NIOZ, vogelecoloog Jeroen Reneerkens, gebruikt hetzelfde woord als Van Gils in zijn reactie op het Amerikaanse onderzoek: schrikbarend. Het onderzoek is volgens hem betrouwbaar, omdat de metingen de afgelopen decennia zijn verricht door dezelfde personen. "Dat scheelt ontzettend, want iedereen meet anders", zegt hij.
Volgens Reneerkens toont het onderzoek evolutie, maar dan in sneltreinvaart en door de mens aangezwengeld. "Evolutie hoeft overigens niet slecht te zijn, want daarmee blijven de dieren die zich het beste aanpassen over. Het is alleen de vraag of ze de tijd krijgen zich aan te passen", zegt Reneerkens.
Hij sluit niet dat een aantal soorten dat in het onderzoek voorkomt de komende veertig jaar uitsterft. Reneerkens: "Want je schrikt je kapot als je ziet wat er nog op ons afkomt, zelfs in de meest milde toekomstscenario's van klimaatpanel IPCC. Juist daarom zijn dit soort onderzoeken belangrijk. We vergeten namelijk weleens dat niet alleen de mens wordt getroffen door klimaatverandering."