Kabinet tegen meldplicht discriminatie bij uitzendbureaus
Staatssecretaris Van Ark is niet van plan een meldplicht in te voeren voor discriminerende verzoeken aan uitzendbureaus. De Tweede Kamer had om zo'n meldplicht gevraagd, maar Van Ark schrijft aan de Kamer dat er praktische bezwaren tegen bestaan.
De Kamer en het kabinet beschouwen discriminatie door uitzendbureaus al jaren als een probleem. Er zijn geregeld onderzoeken waaruit blijkt dat bedrijven aan uitzendbureaus vragen om bijvoorbeeld geen Turkse of Marokkaanse Nederlanders aan te dragen voor een bepaalde baan en dat uitzendbureaus daar ook op ingaan. Van Ark heeft daar ook al verschillende maatregelen tegen aangekondigd en ze heeft een wet in voorbereiding om de Inspectie meer bevoegdheden te geven. De uitzendbranche zelf heeft een 'meldcode' ingesteld.
Wat mag een potentiële werkgever tijdens een sollicitatiegesprek wel en niet aan je vragen? Ben je bereid om je hoofddoek af te doen of wanneer je weer teruggaat naar je eigen land? Een panel van zes mensen reageert op een verzameling van sollicitatievragen:
De staatssecretaris schrijft dat ze ook een meldplicht heeft onderzocht, maar dat uit overleg met de uitzendbranche blijkt dat discriminerende verzoeken heel vaak "binnen een grijs gebied" vallen en dat het voor bureaus moeilijk is vast te stellen of het om een verzoek gaat dat onder de meldplicht valt.
Volgens Van Ark is het vaak nuttig als intermediairs het gesprek aangaan met de klant en lukt het dan in veel gevallen om het gedrag van de klant te veranderen. De staatssecretaris vraagt zich ook af welk effect van een meldplicht kan worden verwacht, omdat het niet naleven ervan niet of nauwelijks aan te tonen zou zijn.
Ze gaat door met onderzoeken naar alternatieven voor een meldplicht. Uiteindelijk zouden die alternatieven mogelijk ook tot meldingen moeten leiden, zonder dat er echt een plicht komt. Want ook de staatssecretaris vindt dat er "eindelijk een einde moet komen aan het hardnekkige probleem van arbeidsmarktdiscriminatie in Nederland".