NOS Nieuws

Weer discussie over wachtgeld: ene Kamerlid zegt 'ja', andere weigert

Oud-ministers, gewezen staatssecretarissen en voormalig wethouders hebben er recht op, maar niet iedereen maakt er gebruik van: de wachtgeldregeling. Vandaag laaide de discussie over de regeling opnieuw op, nadat de Volkskrant ontdekte dat Tweede Kamerleden die recht hebben op wachtgeld daar heel verschillend mee omgaan.

Neem Isabelle Diks van GroenLinks, die bovenop haar inkomen als Tweede Kamerlid (ongeveer 120.000 euro bruto per jaar) zo'n 7000 euro per jaar aan wachtgeld ontving. Hiervóór was ze namelijk wethouder in Leeuwarden en daarmee verdiende ze meer dan als Kamerlid.

In de wet staat dat het verschil tussen het oude en nieuwe salaris mag worden aangevuld via de wachtgeldregeling.

'Plotseling gekozen'

"Ik ben 8,5 jaar wethouder geweest, dan heb je een bepaald bestedingspatroon", zei Diks hier vanmorgen over in de Volkskrant. Omdat ze in 2017 "heel plotseling" met voorkeursstemmen in de Tweede Kamer kwam, kon ze zich naar eigen zeggen niet voorbereiden op een lager inkomen.

Maar vandaag kwam Diks hiervan terug. In overleg met de GroenLinks-fractie besloot ze dat ze haar wachtgelduitkering per direct stopzet en het door haar ontvangen wachtgeld zal terugbetalen. De Tweede Kamerfractie van GroenLinks wist niet dat Diks al twee jaar wachtgeld ontving, laat een woordvoerder weten. "Ze heeft daar formeel recht op, maar de fractie vindt het gebruik van deze regeling in dit geval moeilijk uit te leggen."

Bij de VVD is fractievoorzitter Dijkhoff juist heel open over zijn wachtgelduitkering: hij ontvangt bruto zo'n 37.000 euro per jaar, omdat hij in het vorige kabinet van premier Rutte staatssecretaris van Veiligheid en Justitie was en iets meer dan drie weken minister van Defensie. Vorig jaar noemde Dijkhoff zijn wachtgelduitkering al in een VVD-filmpje op Twitter.

Ook vandaag is hij er duidelijk over: "Ik heb ervoor gewerkt. Het is hard werk, verantwoordelijk werk, dat niet per se altijd goed is voor je imago of je baankansen hierna. En de wet bepaalt wat daarvoor de vergoeding is, zoals bij anderen de arbeidsovereenkomst doet. Daar houd ik me aan."

Aan het stopzetten van zijn wachtgelduitkering, zoals Diks deed, denkt hij absoluut niet. "Ik vind niet dat we eerst een wet moeten goedkeuren en dan bij de toepassing ervan moeten zeggen: 'Sla deze maar even over, want dan komen er lastige vragen.' Ik kan me ook niet voorstellen dat er mensen met een arbeidsovereenkomst zijn die over hun loon zeggen: laat dit jaar maar een deel zitten."

Wat zijn de wachtgeldregels?

Hoe ziet die wachtgeldregeling er dan eigenlijk uit? Volgens de wet hebben alle Tweede Kamerleden en bestuurders recht op zo'n uitkering als ze opstappen, ook als ze vrijwillig vertrekken. In het eerste jaar na hun vertrek kunnen ze 80 procent van hun laatstverdiende salaris uitgekeerd krijgen, daarna wordt dat 70 procent.

Hoe lang de voormalige politici en bestuurders wachtgeld kunnen ontvangen, hangt af van hoe lang ze bijvoorbeeld minister of Kamerlid zijn geweest. Daarbij geldt dat de uitkering minimaal twee jaar wordt uitbetaald en maximaal drie jaar en twee maanden. Er is één uitzondering: wie korter dan drie maanden actief is geweest als politicus of bestuurder, heeft maar een half jaar recht op wachtgeld.

Vangnet

In de wet staat dat afgetreden politici of bestuurders geen wachtgeld ontvangen "indien de belanghebbende daarom verzoekt". Dijkhoffs partijgenoot Harbers, oud-staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en nu Tweede Kamerlid voor de VVD, heeft zijn wachtgelduitkering bijvoorbeeld na enige tijd stopgezet, schrijft de Volkskrant.

PvdA-fractievoorzitter Asscher en zijn partijgenoot Lillianne Ploumen, allebei minister in het vorige kabinet, besloten helemaal geen gebruik te maken van de regeling toen ze twee jaar geleden weer in de Tweede Kamer kwamen. "Ik verdien als Kamerlid een prachtig inkomen en heb niet de behoefte om meer te verdienen dan mijn collega's in de fractie", aldus Asscher.

Asscher beschouwt de wachtgeldregeling meer als "vangnet" voor als hij op straat komt te staan, zegt hij. Politieke ambtsdragers, zoals volksvertegenwoordigers en bestuurders, hebben geen recht op een WW-uitkering als ze hun baan verliezen.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl