Verdriet in Albanië na verwoestende beving. 'Je voelt je klein en nietig'
Zeker zestien doden en honderden gewonden. Voor de tweede keer in een paar maanden is Albanië getroffen door een zware aardbeving. Ditmaal is de schade enorm, vooral in de havenstad Durrës .
Nederlander Henk van Bochove woont al 6 jaar met zijn gezin in Durrës, vanwege zijn werk voor de Gereformeerde Gemeente. Hij vreesde gisteravond al voor een zware beving. "Er waren sinds gisteravond al twee lichte schokken geweest en de hond bleef heel onrustig."
Je merkt dat mensen echt nerveus zijn. Ze zijn allemaal buiten en gaan geen hoge gebouwen meer in.
De familie sliep op de tweede verdieping toen om 4 uur 's nachts, lokale tijd alles begon te schudden. "Iedereen werd wakker en we zijn gauw naar buiten gegaan. Eenmaal buiten voel je je klein en nietig. We hebben de schrik nog in de benen."
Geen droom
Ook Anna Lubbers, die met haar man in een bergdorp zo'n 20 kilometer van Tirana woont is nog maar nauwelijks bekomen van de schrik. "We voelen nog steeds naschokken. Ik droomde dat ik in een achtbaan zat, toen schrok ik wakker en ik dacht: dit is geen droom, dit is echt. Alles draaide. Ik ben op bed blijven zitten tot het stopte. En ik weet niet of ik vannacht kan slapen."
Toen Van Bochove zijn huis weer in ging zag hij een ravage. "Kasten waren verschoven, er was van alles uitgevallen en er zitten scheuren in de muren. Maar ja, dat is gelukkig alleen maar materiële schade. "
De verwoesting is op sommige plaatsen enorm:
Op de Albanese tv komen intussen continu beelden voorbij van de reddingsoperaties in de zwaarst getroffen plaatsen. "Hier in Durrës zijn flatgebouwen en muren ingestort en er is veel schade aan de huizen. Er zijn net weer twee gewonden onder het puin gevonden, zie ik op tv. Je merkt dat mensen echt nerveus zijn. Ze zijn allemaal buiten en gaan geen hoge gebouwen meer in. Een seismoloog heeft gewaarschuwd voor nog meer schokken."
De Albanese regering heeft hulp toegezegd, maar veel Albanezen zijn daar sceptisch over, zegt Van Bochove. "Dat beloofden ze ook na de laatste beving en daar is nog weinig van terechtgekomen. De mensen hopen nu op hulp van Europa."
In de bergdorpjes buiten de hoofdstad is al helemaal weinig te merken van hulp van de overheid, vertelt Anna Lubbers. Ze werkt voor de Stichting Albanië Comité, die onder meer voedsel en kleding naar het land brengt en een kindertehuis runt. "Mensen hebben het al moeilijk en degenen die hun huis zijn kwijtgeraakt, hebben nu helemaal niets meer. Hier in de bergen schrikken we soms van hoe mensen moeten leven. Als je in Tirana bent denk je, wat een mooie stad, maar hoe hoger je komt, hoe minder er wordt gedaan door de overheid. Dus dan komt zo'n aardbeving extra hard aan."