Ziekenhuizen willen wel meer betalen, 'maar hebben zeer beperkt ruimte'
Het personeel van algemene ziekenhuizen voert de hele dag actie voor een hoger loon. Hun werkgevers, de ziekenhuizen, zeggen dat er maar zeer beperkt ruimte is voor loonsverhogingen.
Om hoeveel geld gaat het eigenlijk? En hoe komen de ziekenhuizen aan hun geld? Dat zetten we hier op een rij.
9 miljard aan personeelskosten
Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek gaf Nederland in 2018 in totaal 100 miljard euro uit aan zorg en welzijn. Dat was een stijging van 3 miljard ten opzichte van een jaar eerder.
Van die 100 miljard gaat ongeveer een vijfde, zo'n 19 miljard euro, naar de algemene ziekenhuizen. Een groot deel van de kosten van de ziekenhuizen gaat op aan personeel: 9 miljard.
De looneis van de bonden kost volgens de ziekenhuizen bij elkaar 950 miljoen euro. De ziekenhuizen staan sympathiek tegenover de eisen, maar zeggen er het geld niet voor te hebben en maar 650 miljoen beschikbaar te hebben.
Bovendien kunnen ze dan een afspraak met de overheid niet waarmaken, zeggen de ziekenhuizen. Ze hebben namelijk in 2018 toegezegd de zorgkosten niet te hard te laten stijgen. In 2019 mogen de medisch-specialistische zorgkosten bovenop inflatiecorrectie nog met 0,8 procent stijgen. In 2020 wordt dat 0,6 procent, daarna 0,3 procent en in 2022 moeten de kosten gelijk blijven.
'Financiële problemen dreigen'
"Ziekenhuizen hebben slechts zeer beperkt ruimte voor loonsverhogingen", zegt Ad Melkert, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen. "Ik kan niet uitsluiten dat er ziekenhuizen in financiële problemen komen bij een hogere stijging van de personeelskosten. Er zijn grenzen en die zijn gegeven door de financiële ruimte die de politiek geeft."
De ziekenhuizen vinden dus dat de overheid alsnog meer geld dan afgesproken moet uittrekken voor de ziekenhuizen. "Uiteindelijk zijn de acties van vandaag gericht aan de samenleving", zegt Melkert. "Wat willen we samen opbrengen voor goede zorg?"
Voor hun geld zijn de ziekenhuizen in eerste instantie afhankelijk van de zorgverzekeraars. Ze maken met hen afspraken over jaarbudgetten waar de ziekenhuizen binnen moeten blijven. Als een ziekenhuis meer uitgeeft dan gebudgetteerd en verzekeraars daar niet voor willen betalen, kan het ziekenhuis in moeilijkheden komen.
De zorgverzekeraars krijgen op hun beurt hun geld van de verzekerden. Maar ook van belastinginkomsten van de overheid, via de zogeheten inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Werkgevers betalen die door een percentage van je brutoloon af te dragen.
Extra bijdrage
De ziekenhuizen willen nu dat het kabinet met een extra bijdrage komt om hogere lonen te betalen, ook al stijgen de zorgkosten dan mogelijk meer dan afgesproken. "De huidige economie en de gunstige ontwikkeling van de overheidsfinanciën bieden ruimte om eenmalig extra financiële middelen beschikbaar te stellen voor de beloning van onze ziekenhuisprofessionals", aldus Melkert.
"Dit leidt tot betere arbeidsvoorwaarden van onze zeer gemotiveerde medewerkers én tot ziekenhuizen die hun financiële lasten nog kunnen blijven dragen."
Het Centraal Planbureau kwam deze week juist met een rapport, dat stelt dat de zorgkosten over een paar jaar toch weer hard zullen stijgen. In de jaren 2022 t/m 2025 jaarlijks met 2,7 procent, verwacht het CPB. Dat komt voor een groot deel door de vergrijzing, want ouderen hebben meer zorg nodig. Daardoor zal de vraag naar personeel in de zorg hard toenemen.
En doordat er steeds meer geld naar de zorg moet, zal de koopkracht van huishoudens niet meer groeien, denkt het CPB. Zo zal een zorgverzekering stijgen van gemiddeld 119 euro per maand in 2020 naar 143 euro in 2025. Ook stijgt de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor werkgevers van 6,7 procent van een brutoloon in 2020 naar 7,35 procent in 2025.
Bij de landelijke protestactie in Utrecht vertelden zorgmedewerkers over hun dagelijkse werk. "Mij kun je opvegen", zei een van hen: