Celstraffen tot 25 jaar cel geëist voormoordpogingen in Twente

Tegen twee broers die verdacht worden van zeven moordpogingen in de regio Twente zijn lange celstraffen geëist. Ze zouden hebben gehandeld in opdracht van iemand die door het Openbaar Ministerie de Twentse Godfather wordt genoemd.

Het OM eist tegen de oudste broer (38) een celstraf van 25 jaar. Hij heeft volgens het OM begin 2017 een kapper in brand gestoken en een man beschoten. Beide slachtoffers overleefden de aanslag. Een kroongetuige wees de man van 38 aan als dader. Ook andere getuigen zouden belastende verklaringen over hem hebben afgelegd, schrijft RTV Oost.

Naast de twee moordpogingen wordt hij er ook van verdacht dat hij met een machinegeweer op weg was om een café in Enschede onder vuur te nemen. In dat café kwamen vaak leden van motorclub Satudarah samen.

Jongere broer

Tegen de jongere broer (25) is een celstraf van tien jaar en zeven maanden geëist. Hij was volgens het OM onder meer betrokken bij het neerschieten van een man op een parkeerplaats in Gronau i n Duitsland, in mei 2017.

Ook zou hij in datzelfde jaar twee woningen en een shishalounge in Enschede en een woning in Almelo onder vuur hebben genomen. Alle beschoten huizen zouden te linken zijn aan leden van motorclub Satudarah.

Eerdere veroordeeldingen

Bij beide broers heeft het OM in de strafeis rekening gehouden met eerdere veroordelingen. Zo werd de jongere broer eerder dit jaar al veroordeeld tot 16 jaar cel voor verschillende moordpogingen. Die werden in dezelfde periode gepleegd als de moordaanslagen waarvoor hij nu terechtstaat. Vermoedelijk gaat het om dezelfde opdrachtgever.

De oudste broer kreeg in een eerdere strafzaak 17 maanden gevangenisstraf opgelegd. Als de vandaag geëiste straffen ook daadwerkelijk worden opgelegd door de rechter, betekent het voor beide broers dat ze in totaal ruim 26 jaar moeten zitten.

Godfather

De twee broers hebben volgens het OM gehandeld in opdracht van Simo D., die wel de Twentse 'Godfather' wordt genoemd. D. zit vast in een Duitse cel wegens drugshandel. Hij zou een slepend conflict met de groep rond Satudarah hebben gehad en daarom de Twentse broers op de leden hebben afgestuurd.

Het in brand steken van de kapper was waarschijnlijk een vergissing. Het OM denkt dat D. het gemunt had op de vorige eigenaar van de kapperszaak. Die zou naar bed zijn geweest met de vrouw van D..

De twee broers ontkennen dat ze de aanslagen hebben gepleegd. Ze noemen het bewijs in de zaak heel dun.