Gambia naar Gerechtshof: 'Myanmar pleegt genocide tegen Rohingya'
Gambia heeft een rechtszaak aangespannen tegen Myanmar bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Het Afrikaanse land beschuldigt Myanmar ervan genocide gepleegd te hebben tegen de islamitische Rohingya-minderheid. Gambia dient de aanklacht in samen met de Organisatie voor Islamitische Samenwerking.
In augustus 2017 kwam het leger van Myanmar in actie in de staat Rakhine tegen de islamitische Rohingya-bevolking. Volgens de regering was de operatie gericht tegen militante Rohingya, maar de moslims zelf spreken van een etnische zuivering in het overwegend boeddhistische land. Bijna een miljoen Rohingya vluchtten naar Bangladesh.
Bij de aanklacht baseert Gambia zich op het VN-genocideverdrag uit 1948, bedoeld om genocide te voorkomen en te bestraffen. Zowel Gambia als Myanmar heeft die verklaring ondertekend. Het verdrag beschrijft genocide als een zaak van internationale betrokkenheid, die moet worden berecht door een internationaal hof.
'Onmiddellijk stoppen'
Gambiaanse advocaten verklaren tegenover persbureau Reuters dat hun land de zaak aanspant om een onmiddellijk eind te maken aan het "genocidale gedrag" van Myanmar. In de aanklacht wordt Myanmar beschuldigd van het geestelijk en fysiek mishandelen en doden van de Rohingya; het land zou uit zijn op hun "fysieke vernietiging".
Het afgelopen jaar zijn twee pogingen gedaan om de Rohingya-vluchtelingen vanuit Bangladesh terug naar Myanmar te brengen. Beide pogingen mislukten omdat Myanmar niet inging op de eisen van de Rohingya: gegarandeerd burgerschap en de toezegging dat hun andere rechten niet worden geschonden.
Al vrij snel na de militaire operaties kwamen onderzoekers en mensenrechtenorganisaties met bewijs dat het leger van Myanmar zich schuldig heeft gemaakt aan gruwelijke schendingen van mensenrechten. Rohingya waren vermoord, er werden massagraven ontdekt en meisjes en vrouwen zouden zijn verkracht.
Nieuwsuur maakte hier eerder een reportage over: