Tweede Kamer heeft 'te drukke agenda': nieuwe regels moeten lucht brengen
De agenda van de Tweede Kamer is overvol en daar moet volgens een speciale Kamercommissie verandering in komen. Kamerleden doen veel aanvragen om in de grote zaal te debatteren, waardoor er een "grote druk" op de agenda ontstaat en er een "lange wachtlijst aan ongeplande debatten" is.
Parlementariërs moeten daarnaast regelmatig in de late uurtjes komen stemmen. De werkgroep Herziening Reglement van Orde, onder leiding van SGP-leider Van der Staaij, wil dat er meer "balans, regelmaat en voorspelbaarheid" in het Kamerwerk komt, bijvoorbeeld door voor die extra stemmingen een vast moment in de week te prikken.
Van der Staaij heeft de regels van de Tweede Kamer onder de loep genomen en hij stelt een modernisering van het reglement voor; dat gebeurde voor het laatst in 1994. De voorstellen komen in een tijd waarin Kamerleden vaker klagen over de werkdruk, sommigen stopten om die reden.
Vragenuur kan levendiger
Kamerleden willen vaak een debat in de grote zaal van de Tweede Kamer aanvragen omdat daar de schijnwerpers op staan. De werkgroep hoopt echter dat er meer gedebatteerd wordt in de kleinere commissiezaaltjes, daar wordt immers ook inhoudelijk werk gedaan en ook die debatten - die vaker overdag zijn - kan iedereen volgen.
Het wekelijkse vragenuur op dinsdag kan ook dynamischer, vindt de werkgroep. Nu is het nog zo dat een Kamerlid eerst maximaal twee minuten een vraag mag stellen en dat een bewindspersoon daar dan weer twee minuten op mag antwoorden. Dat soort strakke voorschriften wil de werkgroep loslaten.
De werkgroep doet een lange lijst voorstellen voor nieuwe regels, bijvoorbeeld een waarmee mensen die de openbare orde in de Kamer verstoren voortaan makkelijker kunnen worden geweerd. Maar niet alles wat de werkgroep momenteel stoort aan het Kamerwerk, kan met regels worden aangepakt, schrijft de club van Van der Staaij.
Explosieve stijging aantal moties
Zo ziet zijn werkgroep een "explosieve stijging" van het aantal ingediende moties door Kamerleden. Met die moties kunnen Kamerleden de rest van het parlement ergens over laten stemmen, bijvoorbeeld over een oproep om het kabinetsbeleid bij te sturen.
Maar volgens Van der Staaij wordt dat instrument zo vaak toegepast, ook als er duidelijk geen meerderheid voor gaat stemmen, dat het bot wordt. Maar hij wil niet meer doen dan Kamerleden oproepen zich in te houden. Het beperken van de mogelijkheden om moties in te dienen zou volgens de werkgroep "de rechten van het individuele Kamerlid te veel" aantasten.