Vaste kaasboer en groenteman vrezen gedwongen vertrek van de markt
De groenteboer, de kaasboer en de notenkraam staan in veel gemeenten al vele jaren op dezelfde plek op de markt, maar ze zijn bang dat ze die plek verliezen. Door een aanpassing in de vergunningen komt er meer plek voor nieuwkomers en moeten bekende gezichten mogelijk vertrekken.
Markthandelaren waarschuwen dat de markt ten onder dreigt te gaan door het nieuwe beleid.
Voorheen werden vergunningen aan marktkooplui voor onbepaalde tijd verstrekt, maar door een uitspraak van de Raad van State moet er voortaan een einddatum op worden gezet. Dat kan bijvoorbeeld vijf of tien jaar zijn, maar ook twee jaar.
Veel gemeenten stellen voor om vergunningen voor vijf jaar te verstrekken.
Onzeker
Marktkooplieden waarschuwen dat de investeringen bij zo'n termijn niet meer zijn terug te verdienen. "Ik heb mensen in dienst, moet garanties afgeven, moet investeren in een verkoopwagen", zegt marktkoopman Wim van Bemmel. "We lopen het risico dat we de markt over een aantal jaar kwijt zijn. Het wordt ontzettend onzeker voor iedereen."
Hij denkt dat er weinig nieuwkomers staan te springen om te investeren in een marktplek, als er maar vijf jaar is om de investeringen terug te verdienen.
De Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel heeft vanmiddag een rapport aan staatssecretaris Mona Keijzer overhandigd waarin wordt gewaarschuwd voor de gevolgen. Daarin wordt geadviseerd om vergunningen voor 15 jaar te verstrekken, zodat marktkooplui genoeg tijd hebben om de investeringen terug te verdienen.
Keijzer schrijft in een Kamerbrief dat gemeenten zelf moeten bepalen voor welke termijn ze vergunningen verstrekken en dat ze onderling moeten overleggen wat het beste beleid is. De Vereniging Nederlandse Gemeenten organiseert daarvoor in november een bijeenkomst.