'Boeren moeten boos zijn op boerenorganisaties, supermarkten en Rabobank'
Natuur- en milieuorganisaties snappen de boze boeren, maar die richten hun woede op de verkeerde. De pijlen moeten niet richting burgers of milieuactivisten maar naar het landbouwsysteem zelf en de grote spelers daarin, zegt Sijas Akkerman van de Milieufederatie Noord-Holland. Supermarkten, boerenorganisaties en de Rabobank zijn al jarenlang debet aan de problemen, vindt hij.
Volgens de Natuur en Milieufederaties betalen supermarkten de boeren te weinig. De Rabobank, als de grote kredietverlener van de boeren, wist heel goed dat er problemen aan zaten te komen, maar greep nooit in en bleef maar uitbreidingen en grotere stallen financieren. En de boerenorganisaties omzeilden de problemen met uitstelmaatregelen en frustreerden wetgeving over verduurzaming.
Meebetalen
GroenLinks vindt daarom dat ook de Rabobank moet meebetalen aan de krimp van de landbouw en het uitkopen van boeren. "De Rabobank is de grootste kredietverstrekker van de agrarische sector, 85 procent van de boeren zit bij de bank, met 25 miljard euro aan leningen", stelt Tweede Kamerlid Bart Snels.
"De bank heeft eigenlijk jarenlang slechte leningen verstrekt en moet daar maar op afschrijven en het verlies nemen. Het hoort bij hun zorgplicht. We moeten de boeren helpen en niet de Rabobank." Groen Links brengt dat idee vandaag in bij de Financiële Beschouwingen in de Tweede Kamer.
Maximale ondersteuning
In een reactie zegt de Rabobank dat boeren van oudsher een belangrijke en gewaardeerde groep klanten zijn, die inderdaad voor een uitdaging staan. "Klanten kunnen rekenen op maximale ondersteuning van de bank, maar afschrijven op leningen is niet de weg die de bank bewandelt op weg naar verduurzaming", staat in een schriftelijke verklaring.
"De Rabobank helpt boeren zo goed mogelijk door de transitie naar duurzame landbouw. Heel veel boeren hebben daar al in geïnvesteerd of werken aan plannen daarvoor. Voor ons gaat het daarbij om het belang van zowel de boer als de maatschappij. Het is aan de ondernemer om het moment van investeren en het tempo van verduurzaming te bepalen", schrijft de bank.