Aantal meldingen online beelden van kindermisbruik 'neemt explosief toe'
Op internet zijn steeds meer foto's en video's van kindermisbruik te vinden. Het aantal meldingen over deze beelden neemt explosief toe. Amerikaanse techbedrijven maakten vorig jaar melding van 45 miljoen beelden, een verdubbeling ten opzichte van 2017. Vijf jaar geleden werden er nog 'slechts' een miljoen beelden gemeld, blijkt uit onderzoek van The New York Times.
Ook in Nederland neemt het aantal meldingen van online kindermisbruik toe: vorig jaar kwamen er 226.000 meldingen binnen van foto's of video's. Vaak ging het om tientallen of honderden beelden per melding, vertelt Arda Gerkens, directeur van het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM). "73 procent van het materiaal was strafbaar."
De meeste beelden van kindermisbruik werden in de Verenigde Staten gevonden op Facebook Messenger, zoekmachine Bing (van Microsoft) en Dropbox. "De bedrijven weten volgens The New York Times wel dat het gebeurt, maar steken hun kop in het zand", zegt techredacteur Jonna ter Veer erover.
Bij de meldingen zitten ook beelden van het seksueel martelen van kinderen. "Die beelden komen ook bij ons naar boven", vertelt Gerkens. "Bij dat materiaal gaat het om 2 procent van alle meldingen, de andere 98 procent gaat over heel andere beelden. Op die beelden staan vaak alleen poserende kinderen, en is geen tweede persoon of penetratie te zien. Vooral naar dat materiaal zijn grote groepen mensen op zoek, terwijl ze niet vallen op kinderen."
In de VS boetes, in Nederland niet
Techbedrijven doen volgens The New York Times te weinig aan preventie en reageren te langzaam op meldingen dat er kindermisbruik op hun platforms te zien is. In de VS kunnen deze bedrijven beboet worden als ze de beelden niet verwijderen. In Nederland, dat vanwege de snelheid van de internetverbindingen de populairste host is onder verspreiders van beelden van kindermisbruik, kan dat niet.
"In Nederland wordt een bedrijf op de hoogte gebracht van de melding en gevraagd om de beelden weg te halen - maar dat zijn ze vervolgens niet verplicht", zegt Gerkens van het EOKM. "Sommige bedrijven zeggen dan: wij hoeven dit niet te doen, haal maar een rechterlijk bevel. Dat is een maas in de wet." In 99 procent van de gevallen wordt het bewuste materiaal overigens meteen verwijderd.
Wat de aanpak nog moeilijker maakt is dat veel misbruikers technisch onderlegd zijn. Ze verbergen hun locatie door bijvoorbeeld contact te maken met een speciaal netwerk en maken hun berichten onleesbaar door middel van encryptie. "Misbruikers zijn heel tech savvy, juist omdat het zo strafbaar is wat ze doen", legt techredacteur Ter Veer uit.
Maar volgens Steltman van DINL hebben de autoriteiten hier wel redelijk goed op het netvlies waar de beelden zich bevinden. "Ik denk niet dat deze cijfers het topje van de ijsberg zijn. Juist omdat we met zo veel organisaties samenwerken in Nederland, kunnen we veel informatie combineren en hebben we een overzicht." Ook wordt er volgens hem steeds meer duidelijk over wat er zich op het dark web afspeelt.
Nu moet worden doorgepakt, vindt Gerkens. Minister Grapperhaus heeft eerder dit jaar al een brief naar de Kamer gestuurd om techbedrijven die kinderporno niet offline halen te beboeten. "Het gat dat er nu is, gaan we dichten. Het ministerie is heel serieus met dit thema bezig. Die inzet zagen we eerder nooit in Nederland, maar nu eindelijk wel."