Tunesische president Essebsi (92) overleden
President Beji Caid Essebsi van Tunesië is op 92-jarige leeftijd overleden. Dat melden de autoriteiten in het land.
Essebsi werd woensdagnacht voor de derde keer in korte tijd naar een militair ziekenhuis gebracht vanwege gezondheidsproblemen. Zijn kantoor verspreidde maandag nog een video, waarin Essebsi zichtbaar verzwakt te zien was. In het ziekenhuis in Tunis is hij vanochtend overleden.
Hij was de eerste democratisch gekozen president. Dat gebeurde in 2014, na de Arabische Lente. Hij versloeg toen zijn rivaal Moncef Marzouki, die waarnemend president was nadat president Ben Ali in 2011 het land was ontvlucht na grote demonstraties waarin om zijn aftreden werd gevraagd.
Overheerser
Essebsi, afkomstig uit een welgestelde Tunesische familie, werd in april 1938 op 12-jarige leeftijd beïnvloed door de rellen in het land, waarbij 21 Tunesiërs stierven bij een poging de invloed van overheerser Frankrijk te beperken. Als student in Parijs was hij actief in het verzet tegen de koloniale overheersing.
Na zijn terugkeer in Tunesië ging Essebsi aan het werk in de juridische sector. Toen zijn idool Habib Bourguiba in 1957, een jaar na de onafhankelijkheid van Tunesië, werd gekozen als president, begon hij aan zijn politieke carrière. Eerst als directeur Nationale Veiligheid, later als minister van onder meer Binnenlandse Zaken en Defensie.
In 1970 was hij korte tijd ambassadeur in Frankrijk maar koos daarna toch weer voor de politiek als minister van Buitenlandse Zaken. In 1987 werd hij opnieuw ambassadeur, dit keer in het toenmalige West-Duitsland.
Na een staatsgreep in datzelfde jaar werd president Bourguiba vervangen door zijn eigen premier, Ben Ali. Essebsi bleef actief in de politiek, onder meer als minister van Binnenlandse Zaken. Na de Arabische Lente in 2011 was hij een aantal maanden interim-premier. Een jaar later vormde hij zijn eigen politieke partij, Nida Tunis. In 2014 was Essebsi de grote winnaar van de eerste vrije verkiezingen.
Oudste staatshoofd
Essebsi voerde tijdens zijn bewind verschillende hervormingen door, zoals gelijke rechten voor mannen en vrouwen en verkiezingshervormingen.
Hij was het op twee na oudste staatshoofd ter wereld, na premier Mahathir Mohammed van Maleisië (94) en de Britse koningin Elizabeth (93). Hij kondigde recent aan dat hij niet zou meedoen aan de verkiezingen van november, omdat hij vond dat een jonger iemand het land moest leiden.