Den Bosch met Jordania om tafel, 'maar vreest nog wel faillissement'
FC Den Bosch en Kakhi Jordania gaan toch nog een keer met elkaar om tafel. Dat is de conclusie van de gang naar de rechtbank die de Georgiër had aangespannen omdat de Brabantse club naar zijn zeggen niet goed is omgegaan met het geld dat hij in FC Den Bosch heeft gestoken.
Het zou gaan om een bedrag van 810.000 euro, dat Jordania eist en waarvoor hij beslag wilde laten leggen op de goederen van Den Bosch. De club wil Jordania volgende week een voorstel doen, maar heeft net als de Georgische zakenman wel aan de rechter gevraagd uitspraak te doen. Deze volgt uiterlijk volgende week.
Jordania gaf in juli 2018 te kennen dat hij Den Bosch over wilde nemen en stak sindsdien veel geld in de club. Zo ging het spelersbudget bijvoorbeeld flink omhoog.
Ondanks zijn betrokkenheid en het geld dat hij in de club stak, was een definitieve overname nog niet zeker, omdat voetbalbond KNVB nog groen licht moest geven. Dat bleef uit en na een eerste afwijzing, volgde vorige week het finale oordeel dat Jordania de club niet mag overnemen omdat volgens de KNVB de herkomst van het geld van de Georgiër te onduidelijk is.
Rechtszaal
In de rechtszaal stonden beide partijen lijnrecht tegenover elkaar. Jordania was zelf niet naar de rechtbank gekomen, maar liet zich vertegenwoordigen. "Hij had geen zin in een mediacircus", zei zijn advocaat.
Volgens Jordania heeft FC Den Bosch geld gebruikt om tekorten op te lossen in plaats van het te steken in de verbetering van de selectie en faciliteiten. De club stelt op zijn beurt dat Jordania Den Bosch juist nog geld schuldig is. Dit zou gaan om een bedrag van zo'n 34.000 euro.
Als de club en Jordania er niet uitkomen en de rechter oordeelt dat er beslag mag worden gelegd op de rekening van FC Den Bosch, dan vrezen de Brabanders een faillissement.
De licentiecommissie van de KNVB heeft de club tot 26 augustus uitstel gegeven voor het indienen van een sluitende begroting.