Vattenfall bouwt tweede windmolenpark op zee zonder subsidie
Het Zweedse Vattenfall is voor de tweede keer op rij de winnaar van een subsidieloze aanbestedingsprocedure voor een groot windmolenpark op zee. Het gaat om het tweede deel van een groot windmolenpark op 20 kilometer afstand van de kust, over een gebied van Scheveningen tot Zandvoort.
Vorig jaar won Vattenfall, de Zweedse moedermaatschappij van Nuon ook al de tender voor de kavel 1 en 2 van hetzelfde park.
Uit de Nederlandse kust worden de komende jaren een groot aantal windmolenparken gebouwd. Waar Nederland in Europa nu nog helemaal achteraan bungelt op het gebied van duurzame energie lopen we die achterstand naar verwachting met wind op zee de komende 12 jaar flink in. In 2030 zal mede hierdoor 70 procent van de elektriciteit duurzaam zijn.
Na het windmolenpark voor de Zeeuwse kust, dat volgend jaar wordt gebouwd, volgen de windmolenparken voor de Zuid- en Noord-Hollandse kust. Daarna komen er nog windmolenparken verder op de Noordzee en boven de Waddeneilanden. Om aan het internationale klimaatakkoord van Parijs te voldoen moeten er na 2030 nog veel meer windmolenparken volgen is de verwachting.
Wind op zee lijkt de redding voor de verduurzaming van de energiesector in Nederland, die verder moeizaam op gang komt. De Noordzee leent zich goed voor windparken, die steeds goedkoper worden door schaalvergroting. Zowel de windparken als de windturbines worden steeds groter en leveren steeds meer elektriciteit. Daardoor kan wind op zee nu -bijna helemaal- zonder subsidie tot stand komen.
De Nederlandse overheid levert namelijk kavels op waar landelijk Netbeheerder Tennet al de elektriciteitskabels naar land heeft aangelegd. Het aanleggen van deze 'stopcontacten' op zee is het enige dat de afgelopen jaren nog niet goedkoper is geworden maar ook dat gaat misschien veranderen.
Waar de Noordzeelanden nu nog allemaal zelfstandig kabels trekken van hun windmolenparken naar land, willen Nederland, Duitsland en Denemarken dit gaan veranderen. Eilanden op de Noordzee moeten alle windmolenparken en de verschillende Noordzeelanden met elkaar gaan verbinden. Dat is goedkoper en maakt het onderling uitwisselen van elektriciteit bij overschotten of tekorten eenvoudiger.