Slachtofferhulp: 'Onaanvaardbare verschillen bij smartegeld'
Bij het bepalen van de hoogte van het bedrag aan smartegeld voor slachtoffers is volgens Slachtofferhulp Nederland sprake van willekeur. In vergelijkbare zaken zijn "onaanvaardbare verschillen", zei bestuursvoorzitter Rosa Jansen in het NOS Radio 1 Journaal na berichtgeving in het AD.
Smartegeld is een vergoeding voor 'immateriële schade', dus bij lichamelijke of geestelijk letsel. "Het gaat om hele serieuze misdrijven, zoals verkrachtingen en steekpartijen", benadrukt Jansen.
Zij zegt dat de hoogte van het bedrag van belang is voor de erkenning van het leed van het slachtoffer. Grote verschillen kunnen pijnlijk zijn, tussen vergelijkbare gevallen, maar ook in een en dezelfde zaak. Zo valt het volgens haar niet uit te leggen dat een rechter het slachtoffer 10.000 euro smartegeld toekent en een andere rechter daar in hoger beroep 50.000 euro van maakt. "Dat zijn onaanvaardbare verschillen", zegt Jansen.
Raad voor de Rechtspraak: toekenning is complex
Ook wordt de hoogte van het bedrag niet onderbouwd in het vonnis. Daarin staat alleen dat het naar redelijkheid en billijkheid is vastgelegd. Slachtofferhulp pleit ervoor dat elk bedrag wordt onderbouwd, juist vanwege de verschillen en omdat daar behoefte aan is bij slachtoffers. "Wij gaan mee naar zittingen en proberen die voor te bereiden", zegt Jansen, "maar over het bedrag kunnen we niets zeggen, omdat we het ook niet weten."
Ook wil Slachtofferhulp dat justitie een database aanlegt waarin de toekenning van smartegeld wordt vastgelegd en geanalyseerd. Dat doet de organisatie nu zelf al.
De Raad voor de Rechtspraak zegt in een reactie dat de toekenning van smartegeld complex is. "We zijn serieus aan het kijken naar de positie van het slachtoffer, daar hoort de motivering van de hoogte van het bedrag bij", zegt woordvoerder Sonja van der Graaf. "Die gesprekken lopen. Op het moment dat we zo ver zijn zullen we dit ook bespreken met Slachtofferhulp."