97 omgekomen brandweermensen herdacht, Sonja's vader is een van hen
Ze is nu net zo oud als haar vader was toen hij overleed, Sonja Steenvoorden. Haar vader Nico kwam om het leven op donderdag 25 januari 1990.
Sonja was toen 22 jaar. "Tijdens een heftige storm brak er op die dag, in de namiddag, brand uit bij hotel Huis ter Duin in Noordwijk. Mijn vader was al eerder uitgerukt vanwege de vele stormschademeldingen. Bij het weggaan stond hij op de deurmat en zei: dag."
Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn in Nederland 97 brandweermensen omgekomen bij hun werk. Ze worden vandaag herdacht in Schaarsbergen. Sonja spreekt op de herdenking over haar vader.
Overal was vuurregen, je zag geen hand voor ogen.
"Vanwege het spannende weer fietste ik achter hem aan. Ik wilde de woeste zee zien, de hoge golven", vervolgt ze haar verhaal. "Terwijl de ergste storm van de eeuw over Noordwijk raasde, kwam het nieuws binnen dat er brand was uitgebroken in Huis ter Duin."
"Ik fietste erheen. Overal was vuurregen, je zag geen hand voor ogen en mensen waaiden van de boulevard af. Ik had geen goed gevoel over de brand en fietste er tot tweemaal toe heen, totdat ik werd weggehaald."
Bel in huis
Door een flashover (een plotselinge gasverbranding) komen haar vader en zijn collega's Jan de Ridder en Gerrit Heeringa om het leven. "Sindsdien maak ik alle belangrijke gebeurtenissen mee zonder hem. Ik heb mijn vader inmiddels langer niet dan wel."
"Hij was een sociale man, een man van het volk, als hij ergens binnenkwam stond er iemand. Hij stond voor iedereen klaar. Ik plaatste hem lange tijd op een voetstuk. Hij wilde zijn leven geven voor dat van een ander."
Sonja vertelt over haar jeugd. Haar vader had een baan en was daarnaast vrijwilliger bij de brandweer. "Bij ons hing toen nog een bel in huis, die afging als er wat was. Het was de sport om zo snel mogelijk bij de brandweergarage te komen. Een aantal buurmannen was ook vrijwilliger. Wij werden als gezin vaak wakker van die bel, die midden in de nacht ging."
Brandweerman of -vrouw word je niet, maar dat ben je.
Nu 29,5 jaar later is ze bij de herdenking bij het Nationaal Brandweermonument, naast voorzitter van Brandweer Nederland Stephan Wevers, minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid en Ahmed Marcouch van het bestuur van de veiligheidsregio's.
"Brandweerman of -vrouw word je niet, maar dat ben je. En dat terwijl het werk levensgevaarlijk kan zijn. Daarvan zijn we ons vandaag extra bewust", zegt minister Grapperhaus. "Het raakt veel mensen, familie, vrienden, het hele korps."
In zijn speech verwijst hij naar de tekst van het nummer The Rising van Bruce Springsteen. Hij schreef dat nummer ter nagedachtenis van de overleden brandweermannen van 9/11. Hij laat ze dansen in een lucht gevuld met licht; Dancin' in a sky filled with light.'
Grapperhaus: "Samen eten, schoonmaken, elkaar uitdagen om fit te blijven en altijd samen in afwachting van het alarm: dit draagt bij aan een saamhorigheid die je tegenwoordig niet meer zo vaak ziet. Brandweerlieden kunnen op elkaar rekenen. Een blik of een half woord is vaak al genoeg."
Het herdenken leeft, constateert voorzitter Wevers. "Dat we ieder jaar met meer mensen hier zijn laat zien hoeveel waarde we hechten aan deze herdenking."
De nationale herdenking wordt dit jaar voor de achtste keer gehouden. Er werken bij de brandweer in Nederland op bijna duizend kazernes zo'n 30.000 mensen.