Verdreven Sudanese dictator Bashir aangeklaagd voor corruptie
De voormalige leider van Sudan, Omar al-Bashir, is aangeklaagd voor corruptie. In mei beschuldigde het Sudanese Openbaar Ministerie hem al van aansporing tot geweld en betrokkenheid bij de dood van demonstranten.
Bashir werd in april afgezet door het leger en gearresteerd, na maanden van grootschalige protesten tegen zijn dertigjarige bewind. Sindsdien regeert een militaire overgangsraad in Sudan, al lijkt die tot woede van veel inwoners niet van plan te zijn om op korte termijn de macht over te dragen aan een overgangsregering.
Volgens justitie heeft de aanklacht van corruptie te maken met "vermoedens van onwettig verkregen rijkdommen". Verdere toelichting werd niet gegeven. Het is de bedoeling dat Bashir binnenkort ook wordt verhoord over witwaspraktijken en het financieren van terrorisme.
Vreedzame overgang
Sinds Bashir is verdreven is het nog altijd onrustig in Sudan. Protesten tegen de militaire overgangsraad werden begin vorige week met veel geweld neergeslagen, met meer dan honderd doden tot gevolg. Sindsdien lijken de oppositie en de junta aan te sturen op de-escalatie.
Westerse en Afrikaanse landen dringen aan op een vreedzame overgang naar een democratische burgerregering in Sudan. President Trump benoemde gisteren een speciale Sudan-gezant, Donald Booth, om daarover te praten met de overgangsraad.
Ondertussen tonen sociale mediagebruikers in binnen- en buitenland solidariteit met de Sudanese demonstranten door op sociale media hun profielfoto's blauw te kleuren.