UvA onderzoekt oud-rector vanwege mogelijk plagiaat
De Universiteit van Amsterdam (UvA) heeft een externe commissie ingesteld om onderzoek te doen naar voormalig rector magnificus Dymph van den Boom. Aanleiding daarvoor is een onderzoek door NRC, dat schrijft dat de hoogleraar psychologie Van den Boom zich jarenlang en veelvuldig schuldig heeft gemaakt aan plagiaat, een wetenschappelijke doodzonde.
De krant bestudeerde onder meer toespraken van Van den Boom, evenals haar proefschrift uit 1988. Alleen al op de eerste 42 pagina's zouden 38 voorbeelden van gekopieerde teksten met incorrecte bronvermelding staan. Ook in toespraken bij haar aantreden en openingen van het academische jaar heeft ze tussen 2008 en 2017 teksten van anderen gebruikt zonder dit nadrukkelijk toe te schrijven, aldus NRC.
Zelf zegt Van den Boom in een reactie in NRC dat de regels ten tijde van haar proefschrift niet zo scherp waren. Ze adviseert de krant "gedegen onderzoek" te doen "om na te gaan of wat er in mijn proefschrift staat afwijkt van wat in die tijd gebruikelijk was". Over de openingstoespraken zegt ze dat daarvoor mindere strenge regels gelden. "Geen enkele gedragscode wetenschapsbeoefening geeft uitsluitsel over de vraag of een openingstoespraak beschouwd moet worden als een wetenschappelijke publicatie. Dit dient onderzocht te worden."
De beschuldigingen zijn opvallend, aangezien Van den Boom in haar tijd als rector magnificus uitgebreide maatregelen trof tegen plagiaat door studenten en onderzoekers. "Wie imiteert, valt door de mand", zei Van den Boom in 2008 in Vrij Nederland. Die uitspraak werd bij Van den Booms afscheid in 2017 nog eens in herinnering gebracht door minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker.
Mijn vertrouwen in de originaliteit van haar studie was veel te groot en mijn respect voor haar kennis van zaken ook.
Van den Boom werd in 2007 als eerste vrouw rector magnificus. Haar maidenspeech begon ze met een verhaal over het schilderij Ceci n'est pas une pomme van René Magritte. Volgens NRC deed ze het voorkomen alsof de tien openingszinnen van haar hand zijn, maar zijn ze eigenlijk gekopieerd uit de openingsrede van Wil Munsters, "die in 2004 op identieke wijze begon bij zijn aantreden als lector Toerisme en Cultuur aan de Hogeschool Zuyd in Maastricht". Daarna volgden veertien zinnen van een artikel van twee Amerikaanse sociologen, ook zonder de bron expliciet te noemen.
De promotor van Van den Boom eind jaren 80, emeritus hoogleraar Ontwikkelingspsychologie Dolph Kohnstamm, noemt het tegenover de krant "grote onzin om te beweren dat wij het in de jaren 80 op onze afdeling in Leiden niet zo nauw namen met bronvermeldingen". Hij concludeert: "Mijn vertrouwen in de originaliteit van haar studie was veel te groot en mijn respect voor haar kennis van zaken ook."
Emeritus hoogleraar Ontwikkelingspsychologie Willem Koops, lid van de promotiecommissie van Van den Boom, zegt dat hem destijds niets geks was opgevallen. Geconfronteerd met de bevindingen van NRC: "Ik heb indertijd vooral de experimenten bekeken: origineel en hoogwaardig onderzoek! Maar deze lijst met gekopieerde passages vind ik verschrikkelijk en verpletterend. Zo slordig met teksten omspringen heette ook toen al plagiaat."
De UvA wil pas een standpunt innemen als het externe onderzoek is afgerond.